302
4-6. Rijtips
■
Airconditioning
Maak alleen gebruik van de airconditioning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus. Dit
beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert ook het brandstof-
verbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas automatisch uitgeschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruikt dus brandstof. Het
brandstofverbruik kan worden verminderd door overmatig gebruik van de
verwarming te vermijden.
■
Controleren van bandenspanning
Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik veroorzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het seizoen.
■
Bagage
Zware bagage kan leiden tot een hoger brandstofverbruik. Neem geen onno-
dige bagage mee. Ook een groot imperiaal kan leiden tot een hoger brand-
stofverbruik.
■
Opwarmen voor het rijden
Opwarmen van de motor is niet nodig, omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitgeschakeld. Als vaak korte afstanden wor-
den gereden, warmt de motor herhaaldelijk op en ook dat kan leiden tot een
hoger brandstofverbruik.