Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
(indien
(→Blz. 253)
aanwezig)
*
9
Controlelampje EV MODE
(→Blz. 206)
*
8
Controlelampje ECO
MODE (→Blz. 275)
*
9
Controlelampje ECO
MODE (→Blz. 275)
*
8
Controlelampje SPORT
(→Blz. 275)
*
9
Controlelampje SPORT
(→Blz. 275)
(indien
aanwezig)
1
*
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto controleren door een
Lexus-dealer of erkende reparateur.
*
2
: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
3
*
: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. Het lampje knip-
pert sneller dan normaal om aan te geven dat het systeem in werking is.
4
*
: Om aan te geven dat het systeem werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buitenspie-
gels in de volgende situaties branden:
• Wanneer het contact AAN wordt gezet terwijl de hoofdschakelaar voor de BSM
is ingeschakeld.
• Wanneer de hoofdschakelaar voor de BSM wordt ingeschakeld terwijl het contact
AAN is.
Wanneer het systeem correct werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buitenspiegels
na enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de buitenspiegels niet gaan branden of niet uitgaan,
kan er een storing in het systeem zijn opgetreden.
Laat uw auto in dat geval direct controleren door een Lexus-dealer of erkende repa-
rateur.
2. Instrumentenpaneel
*
8
Controlelampje EV MODE
(→Blz. 206)
*
9
Controlelampje SPORT S
(→Blz. 275)
(indien
aanwezig)
*
9
Controlelampje SPORT S+
(→Blz. 275)
(indien
aanwezig)
*
Controlelampje
8
SNOW-modus
(→Blz. 209)
*
Controlelampje
9
SNOW-modus
(→Blz. 209)
*
1, 6
Controlelampje
PASSENGER AIR
BAG (→Blz. 46)
99
2