420
7-1. Onderhoud en verzorging
Reiniging en bescherming van het exterieur
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte staat te hou-
den:
●
Spoel de auto van boven naar beneden af met schoon water en spoel vuil en
stof uit de wielkasten en van de onderkant van de auto.
●
Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeemlap).
●
Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en spoel grondig af
met water.
●
Veeg overtollig water weg.
●
Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft liggen, moet de auto
opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
■
Wassen in de wasstraat
●
Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een autowasstraat
gebruikmaakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto. Klap de spiegels weer
uit voordat u gaat rijden.
●
Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
■
Hogedrukreinigers
●
Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de ruiten van-
daan bevinden.
●
Controleer voordat u de wasstraat inrijdt of de tankdopklep goed gesloten is.
■
Bij gebruik van een wasstraat (auto's met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
●
Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast. (Zorg
ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
●
Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem
met startknop uit te schakelen. (→Blz. 142)