330
5-3. Gebruik van het audiosysteem
CD, MP3/WMA/AAC-disc, USB, Bluetooth
1
Een muziekstuk/bestand afspe-
len of pauzeren
2
Een muziekstuk/bestand selecte-
ren
3
Een
map/album
(MP3/WMA/AAC-disc of USB)
4
Geselecteerd
muziekstuk/bestand vooruit- of
terugspoelen
5
Een herhaalmodus selecteren.
(→Blz. 331)
6
Een afspeelfunctie voor het in wil-
lekeurige
selecteren. (→Blz. 331)
7
De modus voor volledig scherm
selecteren. (USB-videomodus of
iPod-videomodus)
8
USB-instellingen wijzigen (USB)
(→Blz. 327)
9
iPod-instellingen wijzigen (iPod)
(→Blz. 327)
10
Verbinding maken met een Bluetooth
(→Blz. 354)
11
Instellingen voor de albumhoes wijzigen (→Blz. 328) (CD of MP3/
WMA/AAC-disc)
AUX of A/V
1
De modus voor volledig scherm
selecteren (A/V)
2
A/V-instellingen wijzigen (A/V)
(→Blz. 328)
selecteren
houden:
een
volgorde
afspelen
®
of iPod
®
-apparaat (Bluetooth
®
)