186
4-1. Voordat u gaat rijden
■
Voor een efficiënt gebruik
●
Zet de selectiehendel tijdens het rijden in stand D.
In stand N werkt de benzinemotor, maar kan er geen elektriciteit worden opgewekt.
Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt hierdoor ontladen, zodat onnodig vermogen
van de benzinemotor nodig is om deze weer op te laden.
●
Rijd zo vloeiend mogelijk.
Voorkom onnodig snel accelereren en hard remmen. Wanneer geleidelijk wordt geac-
celereerd en gedecelereerd, worden de voordelen van de elektromotor (tractiemotor)
beter benut, zodat het brandstofverbruik van de benzinemotor lager is.
●
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het batterijpakket (tractiebatterij) uit waardoor de auto
uiteindelijk minder snel accelereert. Het batterijpakket kan worden opgeladen door tij-
dens het rijden het gaspedaal iets te laten opkomen.
●
Zet de selectiehendel in stand P als de auto geparkeerd staat.
In stand N wordt het batterijpakket (tractiebatterij) niet geladen.
Als de selectiehendel gedurende langere tijd in stand N blijft staan, raakt het batterij-
pakket (tractiebatterij) mogelijk ontladen. Als het batterijpakket (tractiebatterij) ontla-
den is, kan er niet met de auto worden gereden.