OPMERKING
■
Om aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen (lichtmeta-
len velgen, enz.) te voorkomen
●
Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de auto bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de auto bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of chemi-
sche stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●
Laat krassen of steenslagschade onmiddellijk repareren.
●
Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te voorkomen dat
de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
■
Schoonmaken van de exterieurverlichting
●
Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplosmiddelen
en borstel ze ook niet af met een harde borstel.
Deze kunnen de verlichting beschadigen.
●
Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■
Wassen in een autowasstraat (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwissers in de stand intervalregeling. (→Blz. 230)
Als de AUTO-modus is geselecteerd, kunnen de ruitenwissers in werking treden,
waardoor de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen raken.
7-1. Onderhoud en verzorging
423
7