■
De cruise control kan worden gebruikt als
●
De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●
Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaars.
●
De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
■
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te scha-
kelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel
omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
■
Automatisch uitschakelen van cruise control
De cruise control stopt onder de volgende omstandigheden met het in stand houden van
de rijsnelheid:
●
De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●
Actuele rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●
De VSC is geactiveerd.
●
De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de toets VSC OFF in te drukken.
■
Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven.
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-
systeem aanwezig. Laat de auto controleren door een Lexus-dealer of erkende repara-
teur.
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
239
4