Bandenspanningswaarschuwingssysteem
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage banden-
spanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de bestuurder
door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd. (→Blz. 503)
◆
Plaatsen van bandenspanningssensoren en zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssenso-
ren en -zenders ook worden gemonteerd.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders gemonteerd worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregistreerd
in de ECU van het waarschuwingssysteem voor de bandenspanning en moet
het waarschuwingssysteem voor bandenspanning worden geïnitialiseerd.
Laat de identificatiecodes van de bandenspanningssensor en -zender regi-
streren door een Lexus-dealer of erkende reparateur. (→Blz. 446)
◆
Initialiseren van waarschuwingssysteem bandenspanning
■
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden geïnitialiseerd
in de volgende omstandigheden:
●
Bij het wisselen van wielen.
●
Als de bandenspanning wordt gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer de rijsnel-
heid of de belading verandert).
●
Als de bandenmaat wordt aangepast.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd, wordt
de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
445
7