Rijmodusselectieschakelaar
De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig
de rijomstandigheden.
Auto's zonder Adaptive Variable Suspension-systeem
Behalve F SPORT-
uitvoeringen
1
Normale modus
Voor normaal gebruik.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus wanneer
de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd.
2
ECO-modus
Gebruik de ECO-modus voor een laag brandstofverbruik tijdens ritten waar-
bij vaak wordt geaccelereerd.
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO MODE branden.
3
Sportmodus
Helpt de acceleratierespons door het hybridesysteem en de stuurinrichting te
regelen. Geschikt voor wanneer een nauwkeurig rijgedrag gewenst is, bij-
voorbeeld bij rijden op bergwegen.
Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT branden en verandert de
hybridesysteemindicator in de toerenteller. (→Blz. 101)
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
F SPORT-
uitvoeringen
275
4