Download Print deze pagina

Mercedes-Benz B 180 2014 Handleiding pagina 45

Advertenties

Veiligheidssystemen inzittenden
42
criteria, wordt de passagiersairbag geacti-
veerd.
PASSENGER AIR BAG OFF brandt: De pas-
R
sagiersairbag is uitgeschakeld. Hij wordt bij
een ongeval niet geactiveerd.
Afhankelijk van de persoon op de passagiers-
stoel moet de passagiersairbag in- of uitge-
schakeld zijn, zie de volgende punten. Dit
moet voor het rijden en ook tijdens het rijden
te allen tijde gewaarborgd zijn.
Kind in naar achteren gericht kinder-
R
zitje: Het controlelampje PASSENGER AIR
BAG OFF moet branden. De passagiersair-
bag is uitgeschakeld. Beslist de aanwijzin-
gen bij "Automatische passagiersairbaguit-
schakeling" (
Y
ren in de auto" (
nemen.
Kind in naar voren gericht kinderzitje:
R
Afhankelijk van het gemonteerde kinder-
zitje en de leeftijd en lengte van het kind is
de passagiersairbag uit- of ingeschakeld.
Daarom beslist de aanwijzingen bij "Auto-
matische passagiersairbaguitschakeling"
(
pagina 50) en bij "Kinderen in de auto"
Y
(
pagina 57) in acht nemen.
Y
Alle anderen: Het controlelampje PAS-
R
SENGER AIR BAG ON moet branden. De
passagiersairbag is ingeschakeld. Afhan-
kelijk van het postuur van de persoon op de
passagiersstoel kan het controlelampje
PASSENGER AIR BAG OFF branden. De
passagiersairbag is uitgeschakeld. Hij
wordt bij een ongeval niet geactiveerd. In
dit geval moet de betreffende persoon de
passagiersstoel niet gebruiken.
Beslist de aanwijzingen bij "Automatische
passagiersairbaguitschakeling"
(
pagina 50), bij "Veiligheidsgordels"
Y
(
pagina 42) en bij "Airbags"
Y
(
pagina 46) in acht nemen. Daar vindt u
Y
ook informatie over de correcte zithouding.
pagina 50) en bij "Kinde-
pagina 57) in acht
Y
Veiligheidsgordels
Inleiding
Een correct gedragen veiligheidsgordel ver-
mindert bij een botsing of het over de kop
slaan de beweging van de inzittenden zo opti-
maal mogelijk. Daardoor neemt het gevaar af,
dat inzittenden met delen van het interieur in
aanraking komen of uit het voertuig worden
geslingerd. Bovendien helpt de veiligheids-
gordel om de inzittenden in een betere positie
ten opzichte van de zich ontplooiende airbag
te houden.
Het veiligheidsgordelsysteem omvat:
veiligheidsgordels
R
gordelspanners voor de voorste veilig-
R
heidsgordels en de buitenste veiligheids-
gordels achterin
gordelkrachtbegrenzers voor de voorste
R
veiligheidsgordels en de buitenste veilig-
heidsgordels achterin
Als de veiligheidsgordel snel of met een ruk
uit de gordelgeleiding wordt getrokken, blok-
keert de gordeloprolautomaat. De gordel-
band kan niet verder worden afgerold.
De gordelspanner trekt bij een ongeval de
veiligheidsgordel zo ver aan, dat deze strak
tegen het lichaam aan ligt. Hij trekt de inzit-
tenden echter niet in de richting van de leu-
ning terug.
De gordelspanner corrigeert bovendien niet
een verkeerde zithouding of het gordelver-
loop van een verkeerd omgegespte veilig-
heidsgordel.
Gordelkrachtbegrenzers reduceren bij een
botsing de gordelbelasting die op het lichaam
van de inzittenden wordt uitgeoefend.
De gordelkrachtbegrenzers van de voorste
zitplaatsen zijn op de frontairbags afgestemd,
die een deel van de vertragingskrachten over-
nemen. Daardoor kan de belasting worden
gereduceerd die tijdens een ongeval op de
inzittenden inwerkt.
! De gordelslottong van de veiligheidsgor-
del niet in het gordelslot aan passagiers-

Advertenties

loading