i
In sommige landen kan het voorkomen
dat de beschikbare benzine niet voldoende
ontzwaveld is. Hierdoor kan tijdelijk geur-
vorming optreden, in het bijzonder tijdens
korte ritten. De geurvorming verdwijnt
zodra weer zwavelvrije brandstof (zwavel-
gehalte < 10 ppm) wordt getankt.
Informatie over tanken (
B 250
! Alleen loodvrije, zwavelvrije superbenzine
tanken met ten minste 95 RON/85 MON,
die voldoet aan de Europese norm EN 228
of gelijkwaardig is.
Anders is het mogelijk dat de motor minder
vermogen levert of het uitlaatgasreini-
gingssysteem wordt beschadigd.
i
In sommige landen kan het voorkomen
dat de beschikbare benzine niet voldoende
ontzwaveld is. Hierdoor kan tijdelijk geur-
vorming optreden, in het bijzonder tijdens
korte ritten. De geurvorming verdwijnt
zodra weer zwavelvrije brandstof (zwavel-
gehalte < 10 ppm) wordt getankt.
Additieven
! Gebruik van de motor met naderhand toe-
gevoegde brandstofadditieven kan leiden
tot motorschade. Daarom geen brandstof-
additieven met de brandstof mengen. Uit-
gezonderd zijn additieven voor het verwij-
deren en voorkomen van aanslag. Aan ben-
zine mogen alleen door Mercedes-Benz
geadviseerde additieven worden toege-
voegd. De gebruiksvoorschriften uit de pro-
ductomschrijvingen aanhouden. Meer
informatie over geadviseerde additieven is
verkrijgbaar bij elke Mercedes-Benz-ser-
vicewerkplaats.
Mercedes-Benz adviseert merkbrandstoffen
met additieven te gebruiken.
In sommige landen kan het voorkomen dat de
beschikbare brandstofkwaliteit niet vol-
doende is. Hierdoor kan aanslag in het
inspuitsysteem ontstaan. In dit geval moet, in
overleg met een Mercedes-Benz-service-
pagina 181).
Y
Bedrijfsstoffen en inhouden
werkplaats, het door Mercedes-Benz geadvi-
seerde reinigingsadditief aan de brandstof
worden toegevoegd. Beslist de op de verpak-
king aangegeven aanwijzingen en mengver-
houdingen in acht nemen.
Dieselbrandstof
Brandstofkwaliteit
G
WAARSCHUWING
Als dieselbrandstof met benzine wordt
gemengd, is het vlampunt van het brandstof-
mengsel lager dan dat van zuivere diesel-
brandstof. Als de motor draait kunnen onder-
delen van het uitlaatsysteem onbemerkt over-
verhit raken. Brandgevaar!
Nooit benzine tanken. Nooit benzine aan de
dieselbrandstof toevoegen.
! Alleen dieselbrandstof tanken, die vol-
doet aan de Europese norm EN 590 of
gelijkwaardig is. Brandstof, die niet aan EN
590 voldoet, kan leiden tot hogere slijtage
en tot schade aan de motor en het uitlaat-
systeem.
! Niet tanken met:
marinediesel
R
huisbrandolie
R
biodiesel
R
plantaardige olie
R
benzine
R
petroleum
R
kerosine.
R
Bovengenoemde brandstoffen niet met die-
selbrandstof mengen en geen additieven
gebruiken. Anders kan motorschade ont-
staan.
! Auto's met dieselroetfilter:In landen
buiten de EU alleen zwavelarme eurodiesel
tanken met een zwavelgehalte van minder
dan 50 ppm. Anders kan het uitlaatgasrei-
nigingssysteem beschadigd raken.
! Auto's zonder dieselroetfilter: In lan-
den waar dieselbrandstof met een hoger
405
Z