De bestuurdersstoel, hoofdsteun, stuurkolom
of spiegels instellen en de veiligheidsgordel
omgespen voordat u de motor start.
G
WAARSCHUWING
Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn
of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen
ze niet zoals bedoeld beschermen. Er is dan
een verhoogd risico op letsel van het hoofd of
de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of rem-
manoeuvre!
Altijd met gemonteerde hoofdsteunen rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende controleren,
of het midden van de hoofdsteun het achter-
hoofd op ooghoogte ondersteunt.
Met de verstelling in lengterichting de hoofd-
steunen zo instellen, dat deze zo dicht moge-
lijk bij het achterhoofd staan.
Hoofdsteunen mechanisch instellen
Hoofdsteunhoogte instellen
Hoger instellen: De hoofdsteun tot in de
X
gewenste stand omhoogtrekken.
Lager instellen: Ontgrendelingsknop : in
X
de richting van de pijl drukken en de hoofd-
steun in de gewenste stand omlaagschui-
ven.
Lengterichting van de hoofdsteunen
instellen
Met deze functie wordt de afstand van de
hoofdsteun tot het achterhoofd ingesteld.
Naar voren: De hoofdsteun in de richting
X
van de pijl naar voren trekken, tot deze ver-
grendelt.
De hoofdsteun heeft verschillende vergren-
delstanden.
Naar achteren: Ontgrendelingsknop :
X
indrukken en ingedrukt houden en de
hoofdsteun naar achteren drukken.
Wanneer de hoofdsteun de gewenste stand
X
heeft bereikt, de ontgrendelingsknop los-
laten en erop letten dat de hoofdsteun ver-
grendeld is.
Hoofdsteunen achterin
Hoofdsteunhoogte achterin instellen
Stoelen
113
Z