Als een nieuw aangebrachte zekering
opnieuw doorbrandt, de oorzaak laten vast-
stellen en verhelpen bij een gekwalificeerde
werkplaats.
Vóór het vervangen van zekeringen
De auto tegen wegrollen beveiligen
X
(
pagina 184).
Y
Alle elektrische verbruikers uitschakelen.
X
Auto's zonder KEYLESS GO: De sleutel uit
X
het contactslot verwijderen.
Auto's met KEYLESS GO startfunctie of
X
KEYLESS GO: Het bestuurdersportier ope-
nen.
De boordelektronica bevindt zich nu in
stand 0. Dat betekent "verwijderde sleu-
tel".
De elektrische zekeringen zijn over verschil-
lende zekeringenhouders verdeeld:
Zekeringenhouder in de motorruimte in rij-
R
richting gezien links
Zekeringenhouder in de beenruimte van de
R
passagier
Het zekeringenaansluitschema bevindt zich
in de zekeringenhouder in de beenruimte van
de passagier (
pagina 364).
Y
Zekeringenhouder in de motorruimte
G
WAARSCHUWING
Als de ruitenwissers zich in beweging zetten
als de motorkap geopend is, kunt u bekneld
raken in het mechanisme. Er bestaat gevaar
voor letsel!
Altijd de ruitenwissers en het contact uitscha-
kelen, voordat de motorkap wordt geopend.
! Erop letten dat bij geopende afdekking
geen vochtigheid in de zekeringenhouder
terecht kan komen.
! Er bij het sluiten van de afdekking op let-
ten, dat deze correct op de zekeringenhou-
der is geplaatst. Anders kan binnendrin-
Elektrische zekeringen
gend vocht of vuil de werking van de zeke-
ringen beïnvloeden.
De motorkap openen.
X
Met een droge doek eventueel aanwezig
X
vocht van de zekeringenhouder verwijde-
ren.
Openen: De borgklemmen ; openen.
X
Afdekking : in de richting van de pijl
X
omhoogklappen en verwijderen.
Sluiten: Controleren of de afdichting cor-
X
rect in afdekking : is aangebracht.
Afdekking : achter in de openingen =
X
van de zekeringenhouder aanbrengen.
Afdekking : omlaagklappen.
X
De borgklemmen ; op de zekeringenhou-
X
der aanbrengen en sluiten.
De motorkap sluiten.
X
363
Z