Waarschuwings- en controlelampjes in het instrumentenpaneel
Banden
Probleem
h
Het gele waarschu-
wingslampje banden-
spanningscontrole
(drukverlies/storing)
brandt.
h
Het gele waarschu-
wingslampje banden-
spanningscontrole
(drukverlies/storing)
knippert circa één
minuut lang en brandt
dan permanent.
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen
De bandenspanningscontrole heeft een spanningsdaling bij ten
minste één wiel geconstateerd.
G
WAARSCHUWING
Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende
gevaren op:
Ze kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en
R
snelheid.
Ze kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten, hetgeen de
R
grip sterk nadelig beïnvloedt.
De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen sterk
R
nadelig beïnvloed worden.
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
Zonder heftige stuur- en remmanoeuvres stoppen. Daarbij op de
X
verkeerssituatie letten.
De auto tegen wegrollen beveiligen (
X
De extra meldingen op het multifunctioneel display in acht
X
nemen.
De banden controleren en, indien noodzakelijk, de instructies bij
X
bandenpech opvolgen (
De bandenspanning controleren (
X
Indien nodig de bandenspanning corrigeren.
X
De bandenspanningscontrole is defect.
G
WAARSCHUWING
Het systeem is mogelijk niet in staat om een lage bandenspanning
correct te herkennen of te melden.
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
De extra meldingen op het multifunctioneel display in acht
X
nemen.
Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
X
pagina 184).
Y
pagina 346).
Y
pagina 373).
Y
305
Z