Lampjes vervangen
134
trekken over de gehele lengte uit de klem-
men losmaken.
De stekkers C van de omgevingsverlich-
X
ting aan de beide borgpallen ontgrendelen
en naar buiten trekken.
Bekleding B neerleggen.
X
Aan de zijde waar het lampje moet worden
X
vervangen het resterende gedeelte van
bekleding D lostrekken uit de klemmen en
zo ver losmaken, tot lamphouder bereik-
baar is.
Lamphouder E met behulp van de zijde-
X
lingse hendels F ontgrendelen.
Lamphouder
Achteruitrijlicht G: Het lampje uit de
X
lamphouder verwijderen E.
Het nieuwe lampje in de lamphouder ste-
X
ken.
Mistachterlicht H: Het lampje iets in de
X
lamphouder E drukken, linksom draaien
en uit de lamphouder verwijderen.
Het nieuwe lampje in de lamphouder plaat-
X
sen en rechtsom draaien.
De lamphouder weer aanbrengen en hoor-
X
baar vergrendelen.
Bekleding D aanbrengen en door zachtjes
X
slaan met de hand vergrendelen.
Voordat wordt verder gegaan met het
X
inbouwen, controleren of alle metalen
klemmen aanwezig zijn in de neergelegde
delen: 2 stuks ; bij het bovenste gedeelte
van handgreep = en 5 stuks A bij bekle-
ding B.
Zo niet, alle ontbrekende metalen klemmen
X
uit de plaatwerkopeningen van de achter-
klep verwijderen en in de overeenkomstige
plaatsen aanbrengen.
Bekleding B optillen en stekker C met de
X
omgevingsverlichting aansluiten.
i
Pas als de achterklep gesloten en vervol-
gens weer geopend is, brandt de omge-
vingsverlichting.
Bekleding B aanbrengen en van buitenaf
X
beginnend zachtjes slaan met de hand ver-
grendelen.
Het onderste gedeelte van handgreep :
X
weer vastklikken.
Het bovenste gedeelte van handgreep = in
X
het onderste gedeelte : aanbrengen en
vergrendelen.