Starthulp
356
De auto niet met behulp van een snellader starten. Als de accu ontladen is, kan een andere auto
of een externe accu met startkabels starthulp geven. Daarbij op de volgende punten letten:
Niet bij alle auto's is de accu bereikbaar. Wanneer de accu van de andere auto niet bereik-
R
baar is, vraagt u om starthulp via een externe accu of met behulp van een starthulpsysteem.
Auto's met benzinemotor: De motor mag alleen met startkabels worden gestart als de
R
motor koud en het uitlaatsysteem afgekoeld is.
De motor niet starten als de accu bevroren is. De accu eerst laten ontdooien.
R
Alleen accu's met een nominale spanning van 12V als starthulp gebruiken.
R
Alleen onbeschadigde startkabels met voldoende grote doorsnede en geïsoleerde pooltan-
R
gen gebruiken.
Erop letten dat de beide auto's elkaar niet raken.
R
Controleren of:
de startkabels onbeschadigd zijn.
R
zolang de startkabels met de accu zijn verbonden niet-geïsoleerde onderdelen van de pool-
R
klemmen niet met andere metalen onderdelen in aanraking komen.
de startkabels bij draaiende motor geen bewegende onderdelen kunnen raken, zoals de
R
riempoelie of de ventilateur.
De auto met de elektrische parkeerrem beveiligen.
X
Handgeschakelde versnellingsbak: Het koppelingspedaal volledig indrukken en de neu-
X
traalstand inschakelen.
Automatische transmissie: De transmissie in stand P zetten.
X
De sleutel in het contactslot in stand 0 draaien en verwijderen.
X
Alle elektrische verbruikers, bijvoorbeeld achterruitverwarming, verlichting enzovoort, uit-
X
schakelen.
De motorkap openen.
X