Rijsystemen
206
De elektrische parkeerrem wordt automa-
tisch ingeschakeld bij stilstand met ingescha-
kelde HOLD-functie
een systeemstoring optreedt
R
de spanningsvoorziening niet voldoende is.
R
Auto's met handgeschakelde versnel-
lingsbak
De elektrische parkeerrem wordt automa-
tisch ingeschakeld als met ingeschakelde
HOLD-functie
De veiligheidsgordel aan bestuurderszijde
R
niet in het gordelslot is gestoken en het
bestuurdersportier is geopend
de motor wordt afgezet, behalve als deze
R
door de ECO start-stop-functie wordt afge-
zet
een systeemstoring optreedt
R
de spanningsvoorziening niet voldoende is.
R
Op het multifunctioneel display kan boven-
dien de melding
Direct stevig de rem indrukken tot de waar-
X
schuwingsmelding van het multifunctio-
neel display verdwijnt.
De HOLD-functie wordt uitgeschakeld.
Er klinkt een regelmatig geluidssignaal als bij
ingeschakelde HOLD-functie de motor wordt
afgezet, de veiligheidsgordel wordt losge-
maakt en het bestuurdersportier wordt
geopend. Het geluidssignaal attendeert u op
de nog ingeschakelde HOLD-functie. Als
wordt geprobeerd om de auto te vergrende-
len, wordt het geluidssignaal luider. De auto
kan niet worden vergrendeld, tot u de HOLD-
functie hebt uitgeschakeld.
i
Na het afzetten van de motor kan deze
pas weer worden gestart, als u de HOLD-
functie hebt uitgeschakeld.
4MATIC
! De auto mag nooit worden gesleept met
slechts een opgetilde as. Hierdoor kan het
achterasdifferentieel worden beschadigd.
Direct remmen
Direct
remmen
verschijnen.
Dergelijke schade wordt niet door de
Mercedes-Benz aansprakelijkheid voor
gebreken gedekt. Alle wielen moeten op de
weg staan of volledig opgetakeld zijn. De
aanwijzingen bij het slepen van de auto met
alle wielen op de grond in acht nemen.
Als een aangedreven wiel vanwege een te
geringe grip doordraait verbetert de 4MATIC
®
samen met het ESP
De 4MATIC kan het gevaar voor ongevallen bij
een niet aangepaste rijstijl niet verminderen
en de natuurkundige grenzen niet verleggen.
De 4MATIC kan geen rekening houden met de
verkeers- en weersomstandigheden en de
verkeerssituatie. De 4MATIC is slechts een
hulpmiddel. De bestuurder is zelf verantwoor-
delijk voor de veilige afstand, de gereden
snelheid, het tijdig remmen en het aanhouden
van de rijstrook.
Als één aangedreven wiel wegens een te
geringe grip doordraait:
Bij het wegrijden het gaspedaal slechts zo
R
ver indrukken als nodig is.
Tijdens het rijden minder gas geven.
R
i
Alleen als bij een winterse staat van het
wegdek winterbanden (M+S-banden) wor-
den gebruikt, zo nodig met sneeuwkettin-
gen, wordt de maximale werking van de
4MATIC bereikt.
PARKTRONIC
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
De PARKTRONIC is een elektronische par-
keerhulp met ultrasone sensoren. Het
bewaakt met behulp van zes sensoren in de
voorbumper en zes sensoren in de achter-
bumper de omgeving van de auto. De PARK-
TRONIC geeft de afstand tussen de auto en
een obstakel optisch en akoestisch aan.
De PARKTRONIC is slechts een hulpmiddel.
De camera kan uw waarneming van de directe
omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft
te allen tijde verantwoordelijk voor het veilig
de grip van de auto.