Richtlijnen m.b.t. belading
308
Wetenswaardigheden
i
Deze handleiding beschrijft alle modellen
en standaard- en speciale uitrustingen van
de auto die op het tijdstip van de redactie-
sluiting van deze handleiding verkrijgbaar
waren. Landspecifieke afwijkingen zijn ook
mogelijk. In acht nemen dat de auto niet
met alle beschreven functies kan zijn uit-
gerust. Dit betreft ook veiligheidsrelevante
systemen en functies.
i
De informatie over gekwalificeerde werk-
plaatsen lezen (
Richtlijnen m.b.t. belading
G
WAARSCHUWING
Als voorwerpen, bagage of lading onbeveiligd
of onvoldoende beveiligd zijn, kunnen ze ver-
schuiven, kantelen of rondvliegen en inzitten-
den raken. Er bestaat gevaar voor letsel, in het
bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge
richtingswijzigingen!
Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze
niet kunnen rondvliegen. Voorwerpen,
bagage of lading voor iedere rit beveiligen
tegen verschuiven of kantelen.
WAARSCHUWING
G
Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat-
gassen uit, zoals koolmonoxide. Wanneer de
achterklep als de motor draait geopend is, in
het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uit-
laatgassen het interieur binnendringen. Er
bestaat vergiftigingsgevaar!
Vóór het openen van de achterklep altijd de
motor afzetten. Nooit met een geopende ach-
terklep rijden.
G
WAARSCHUWING
Uitlaatsierstukken en uitlaateindpijpen kun-
nen zeer heet zijn. Bij het aanraken van deze
onderdelen kunt u zich branden. Er bestaat
gevaar voor letsel!
pagina 25).
Y
In de omgeving van de uitlaatsierstukken en
de uitlaateindpijpen altijd bijzonder voorzich-
tig zijn. Deze onderdelen laten afkoelen alvo-
rens ze aan te raken.
Het rijgedrag van een beladen auto is afhan-
kelijk van de verdeling van de bagage. Bij het
laden en transporteren daarom de volgende
aanwijzingen lezen en opvolgen:
Met de bagage incl. personen niet het toe-
R
gestaan totaalgewicht en de toegestane
asbelastingen van de auto overschrijden.
Mee te voeren voorwerpen dienen bij voor-
R
keur in de bagageruimte te worden onder-
gebracht.
Zware bagage zo ver mogelijk naar voren
R
schuiven en zo laag mogelijk in de bagage-
ruimte opbergen.
Niet tot boven de bovenzijde van de rug-
R
leuningen beladen.
De bagage altijd tegen de rugleuning van de
R
achterbank of de voorstoelen aan leggen.
Erop letten dat de rugleuningen correct zijn
vergrendeld.
Indien mogelijk de bagage altijd achter de
R
niet-bezette stoelen plaatsen.
Gebruik de sjorogen en de bagagenetten
R
voor het vervoeren van bagage en lading.
Gebruik sjorogen en bevestigingsmateria-
R
len die geschikt zijn voor het gewicht en de
afmetingen van de belasting.
Bij belading het veiligheidsnet ophangen.
R
Het opbergvak onder de bagageruimtebo-
R
dem met maximaal 25 kg beladen.
Alle bagage met sterke en schuurbesten-
R
dige sjormiddelen vastzetten. De scherpe
randen en hoeken afdekken.
! De opklapbare bagageruimtebodem niet
belasten met een puntbelasting en met niet
meer dan 100 kg. Het gewicht gelijkmatig
verdelen, opdat de bagageruimtebodem
niet wordt beschadigd. Zo nodig een stabi-
ele plaat onder de lading leggen. Erop let-
ten dat door het vastsjorren van de bagage