De accu moet aangesloten en opgeladen zijn.
Anders kan:
de sleutel in het contactslot niet in stand 2
R
worden gedraaid
de elektrische parkeerrem niet worden vrij-
R
gezet
bij auto's met automatische transmis-
R
sie de transmissie niet in stand N worden
gezet.
i
De werking van de elektrische parkeer-
rem en van de parkeervergrendeling is
afhankelijk van de boordnetspanning.
Bij een lage boordnetspanning of een sys-
teemstoring kan
een geloste parkeerrem eventueel niet
R
worden aangetrokken, of
kan de transmissie niet meer in stand P
R
worden geschakeld.
i
Niet benodigde verbruikers, zoals de
radio uitschakelen.
i
Vóór het slepen de automatische vergren-
deling (
pagina 253) uitschakelen. Anders
Y
is er bij het aanslepen of slepen van de auto
gevaar voor buitensluiten.
Vóór het slepen de wegsleepbeveiliging uit-
schakelen (
pagina 81).
Y
Slepen en aanslepen
Sleepoog verwijderen en aanbrengen
Sleepoog aanbrengen
Afdekkingen bevestigingen sleepogen (voorbeeld)
Het sleepoog uit het opbergvak verwijde-
X
ren.
Het sleepoog ligt onder de bagageruimte-
bodem bij het boordgereedschap
(
pagina 345).
Y
Auto's met TIREFIT-set: Het sleepoog
bevindt zich onder de bandencompressor.
Afdekking : bij de markering in de richting
X
van de pijl naar binnen drukken.
Afdekking : van de opening verwijderen.
X
Het sleepoog rechtsom tot de aanslag erin
X
draaien en vastzetten.
Auto's met trekhaak hebben alleen vóór een
bevestiging voor een inschroefbaar sleepoog.
Voor het slepen het kogelkop uitklappen
(
pagina 231) en daaraan de sleepkabel of -
Y
stang bevestigen.
Sleepoog verwijderen
Het sleepoog losdraaien en verwijderen.
X
Afdekking : in de bumper aanbrengen en
X
vastdrukken tot deze vergrendelt.
359
Z