Download Print deze pagina

Mercedes-Benz B 180 2014 Handleiding pagina 231

Advertenties

Rijsystemen
228
Spoorassistent
Algemene aanwijzingen
De spoorassistent bewaakt het gebied vóór
de auto met een bovenaan achter de voorruit
bevestigde camera :. Als de actieve spoo-
rassistent rijstrookmarkeringen op de weg
herkent, kan deze waarschuwen voor het
ongewild verlaten van de rijstrook.
De functie is in het snelheidsbereik tussen
60 km/h en 200 km/h beschikbaar.
Er volgt een waarschuwing wanneer u met
een voorwiel over de rijstrookmarkering rijdt.
U wordt dan gedurende maximaal
1,5 seconde gewaarschuwd door onderbro-
ken trillen in het stuurwiel.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
G
WAARSCHUWING
De spoorassistent kan rijstrookmarkeringen
niet altijd ondubbelzinnig herkennen.
In deze gevallen kan de spoorassistent
onbedoeld waarschuwen
R
niet waarschuwen.
R
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
De verkeerssituatie altijd opmerkzaam in acht
nemen en in de rijstrook blijven, in het bijzon-
der als de spoorassistent u waarschuwt.
G
WAARSCHUWING
De waarschuwing van de spoorassistent
brengt de auto niet terug naar de oorspron-
kelijke rijstrook. Er bestaat gevaar voor onge-
vallen!
Stuur, remt of accelereert u altijd zelfstandig,
in het bijzonder als de spoorassistent u waar-
schuwt.
De spoorassistent kan het gevaar voor onge-
vallen van een niet aangepaste rijstijl niet ver-
minderen en de natuurkundige grenzen niet
verleggen. De spoorassistent kan geen reke-
ning houden met de verkeers- en weersom-
standigheden en de verkeerssituatie. De
spoorassistent is slechts een hulpmiddel. De
bestuurder is zelf verantwoordelijk voor de
veilige afstand, de gereden snelheid, het tijdig
remmen en het aanhouden van de rijstrook.
De rijstrookassistent houdt de auto niet in de
rijstrook.
Het systeem kan worden beïnvloed of func-
tioneert mogelijk niet:
bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvol-
R
doende verlichting van de weg of door
sneeuw, regen, mist of veel spatwater
bij verblinding, bijvoorbeeld door tege-
R
moetkomend verkeer, directe zonnestra-
ling of bij reflecties (bijvoorbeeld bij nat
wegdek)
als de voorruit in de omgeving van de
R
camera vervuild, beslagen, beschadigd of
afgedekt is, bijvoorbeeld door een sticker
als geen of meerdere, niet duidelijk her-
R
kenbare rijstrookmarkeringen voor een rij-
strook aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de
omgeving van wegwerkzaamheden
als de rijstrookmarkeringen versleten, don-
R
ker of bedekt zijn, bijvoorbeeld door vuil of
sneeuw
als de afstand tot de voorligger te klein is en
R
daardoor de rijstrookmarkeringen niet her-
kend worden
als rijstrookmarkeringen snel wijzigen, bij-
R
voorbeeld bij aftakkingen, kruisingen of
wegversmallingen
bij zeer smalle en bochtige wegen
R
bij zeer sterk wisselende schaduwen op het
R
wegdek.

Advertenties

loading