Rijden met een aanhangwagen
234
De kogelkop met de hand in de richting van
X
de pijl drukken tot deze achter de bumper
vergrendelt.
Het controlelampje in het ontgrendelings-
wiel dooft en de weergave op het multi-
functioneel display verdwijnt.
Spanningsvoorziening van aanhang-
wagen
! Op de permanente spanningsvoorziening
kunnen accessoires worden aangesloten
tot maximaal 240W, aan de via het con-
tactslot geschakelde spanningsvoorzie-
ning tot maximaal 180W.
De accu van de aanhangwagen mag niet
worden opgeladen via deze spanningsvoor-
ziening.
De aanhangwagencontactdoos van de auto is
af fabriek voorzien van een permanente span-
ningsvoorziening en een over het contactslot
geschakelde spanningsvoorziening.
De permanente spanningsvoorziening
bevindt zich op pin 9 van de aanhangwagen-
contactdoos.
De over het contactslot geschakelde span-
ningsvoorziening bevindt zich op pin 10 van
de aanhangwagencontactdoos.
De permanente spanningsvoorziening van de
aanhangwagen wordt bij een lage boordnet-
spanning, maar uiterlijk na zes uur uitgescha-
keld.
Meer informatie over de installatie van de
elektronica van de aanhangwagen is verkrijg-
baar bij een gekwalificeerde werkplaats.
In- of uitschakelen van de geschakelde
X
spanningsvoorziening: De sleutel in het
contactslot in stand 2 of 0 draaien
(
pagina 161).
Y
Uitvalcontrole bij LED's
Als bij de aanhangwagen LED's zijn gemon-
teerd kan een storingsmelding op het multi-
functioneel display verschijnen, hoewel de
LED's correct functioneren. De reden voor
deze storingsmelding kan een onderschrijden
van de minimale stroom van 50 mA zijn.
Voor een betrouwbare uitvaldetectie moet
daarom de minimale stroom per LED-groep
van de aanhangwagenverlichting 50 mA
bedragen.
Aanhangwagen met 7-polige stekker
Algemene aanwijzingen
Aanhangwagen met 7-polige stekker: De
verbinding met de 13-polige stekker van de
trekhaak kan met een adapterstekker of
eventueel met een adapterkabel tot stand
worden gebracht. Beide zijn verkrijgbaar bij
een gekwalificeerde werkplaats.
Adapter monteren
! Erop letten dat de kabel, ook in bochten,
voldoende bewegingsruimte heeft, zodat
de kabel niet beschadigd kan raken.
! De gemonteerde adapterkabel verwijde-
ren voordat de kogelkop wordt ingeklapt.
Anders kan schade aan de achterbumper
en de adapterkabel ontstaan.
De klep van de contactdoos openen.
X
De stekker met nok : in groef = van de
X
contactdoos aanbrengen.
De bajonetverbinding ; tot de aanslag
X
rechtsom draaien.