Handgeschakelde versnellingsbak
170
Probleem
Auto's met benzinemo-
tor:
De motor draait onre-
gelmatig en slaat over.
De koelvloeistoftempe-
ratuurmeter geeft meer
dan 120 † aan. Boven-
dien kan het waarschu-
wingslampje koelvloei-
stof branden en kan
een waarschuwingssig-
naal klinken.
Handgeschakelde versnellingsbak
Versnellingshendel
! Nooit een versnelling inschakelen zonder
de koppeling te bedienen.
! Bij het schakelen in de versnellingen 5 en
6, moet de versnellingshendel beslist naar
rechts worden gedrukt. Anders kan per
abuis de 3e of 4e versnelling worden inge-
schakeld en de motor of de versnellingsbak
worden beschadigd.
Als bij een te hoge snelheid wordt terugge-
schakeld (om af te remmen op de motor)
kan het maximumtoerental worden over-
schreden, hetgeen schade aan de motor
kan veroorzaken.
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen
De motorelektronica of een mechanisch onderdeel van de motor-
regeling vertoont een storing.
Maar weinig gas geven.
X
Anders kan onverbrande brandstof in de katalysator terechtko-
men en deze beschadigen.
De oorzaak zo snel mogelijk laten verhelpen bij een gekwalifi-
X
ceerde werkplaats.
Het koelvloeistofpeil is te laag. De koelvloeistof is te warm, de
motor wordt niet voldoende gekoeld.
Zo snel mogelijk stoppen en de motor en de koelvloeistof laten
X
afkoelen.
Het koelvloeistofpeil controleren (
X
waarschuwingsaanwijzingen in acht nemen en zo nodig koel-
vloeistof bijvullen.
Als het koelvloeistofpeil in orde is, kan het zijn dat de elektrische
ventilateur van het motorkoelsysteem uitgevallen is. De koelvloei-
stof is te warm, de motor wordt niet voldoende gekoeld.
Bij een koelvloeistoftemperatuur onder 120 † kan naar de
X
dichtstbijzijnde gekwalificeerde werkplaats worden verder
gereden.
Daarbij een hoge motorbelasting, bijvoorbeeld bij het rijden op
X
hellingen en bij stop-and-go-verkeer, vermijden.
pagina 332). Daarbij de
Y
De auto niet met een slippende koppeling
op hellingen tegenhouden. Anders kan de
koppeling worden beschadigd.
! Bij lange en steile afdalingen, in het bij-
zonder bij een zwaar beladen auto en bij het
rijden met een aanhangwagen, moet vroeg-
tijdig de 1e, 2e of 3e versnelling worden
ingeschakeld. Zo wordt gebruikgemaakt
van de remwerking van de motor. Daardoor
wordt het remsysteem ontlast en wordt er
voorkomen dat de remmen oververhit
raken en te snel slijten.