Temperatuurregelsysteem bedienen
144
omdat in de stand luchtrecirculatie geen
buitenlucht wordt toegevoerd.
De functie "ZONE" gebruiken, om de tem-
R
peratuurinstelling van de bestuurderszijde
voor de passagierszijde over te nemen. Het
controlelampje in toets á dooft.
De functie "Restwarmte" gebruiken, om het
R
interieur te verwarmen of te ventileren als
het contact is uitgeschakeld. De functie
"Restwarmte" kan alleen worden in- of uit-
geschakeld als het contact is uitgescha-
keld.
Als aan de temperatuurregeling instellin-
R
gen worden uitgevoerd, verschijnt gedu-
rende circa 3 seconden de aircostatus-
weergave in de onderste beeldschermrand
van het audio- resp. COMAND-display (zie
de afzonderlijke handleiding). U ziet de
actuele instellingen van de verschillende
functies van de temperatuurregeling.
ECO start-stop-functie
Tijdens de automatische motorstop van de
ECO start-stop-functie is minder vermogen
van de airconditioning beschikbaar. Als het
volledige aircovermogen nodig is, kan de ECO
start-stop-functie met de ECO-toets worden
uitgeschakeld (
Temperatuurregelsysteem bedienen
Temperatuurregeling in- en uitscha-
kelen
Algemene aanwijzingen
Als de temperatuurregeling wordt uitgescha-
keld, zijn de luchttoevoer en -circulatie uitge-
schakeld. De ruiten kunnen beslaan. Daarom
de temperatuurregeling slechts kortstondig
uitschakelen.
pagina 168).
Y
Airconditioning
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien (
pagina 161).
Y
Inschakelen: De draaiknop A rechtsom in
X
de gewenste stand - behalve stand 0 -
draaien (
pagina 141).
Y
Uitschakelen: De draaiknop A linksom in
X
stand 0 draaien (
Y
Automatische temperatuurregeling
THERMOTRONIC
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien (
pagina 161).
Y
Inschakelen: De toets à indrukken.
X
Het controlelampje in de toets à gaat
branden. De luchthoeveelheid en de lucht-
verdeling worden automatisch geregeld.
of
De toets ^ indrukken.
X
Het controlelampje in de toets ^ dooft.
De vorige instellingen worden weer actief.
Uitschakelen: De toets ^ indrukken.
X
Het controlelampje in de toets ^ gaat
branden.
i
Automatische temperatuurregeling
THERMOTRONIC: De temperatuurregeling
bij voorkeur met de toets à inschake-
len.
Koeling met luchtdroging in- en uit-
schakelen
Algemene aanwijzingen
Als de functie "Koeling met luchtdroging"
wordt uitgeschakeld, wordt de interieurlucht
van de auto bij warm weer niet gekoeld. De
interieurlucht wordt bovendien niet
gedroogd. De ruiten kunnen sneller beslaan.
De functie "Koeling met luchtdroging"
daarom slechts kortstondig uitschakelen.
De functie "Koeling met luchtdroging" is inge-
schakeld als de motor draait. De interieur-
pagina 141).