Bandenspanning
372
ten met
ten met OK
OK. Informatie over het weergeven
van de melding vindt u in het hoofdstuk "Ban-
denspanningswaarschuwing opnieuw star-
ten" (
pagina 372).
Y
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
De bandenspanningswaarschuwing waar-
schuwt niet voor een verkeerd ingestelde
bandenspanning. De aanwijzingen m.b.t. de
geadviseerde bandenspanning in acht nemen
(
pagina 370).
Y
De bandenspanningswaarschuwing vervangt
niet de regelmatige controle van de banden-
spanning. Een gelijkmatig spanningsverlies
bij meerdere banden kan niet door de ban-
denspanningswaarschuwing worden her-
kend.
De bandenspanningswaarschuwing kan geen
waarschuwing geven voor plotseling span-
ningsverlies, bijvoorbeeld door in de band
binnengedrongen voorwerpen. In dit geval de
auto door voorzichtig afremmen tot stilstand
brengen. Hierbij geen heftige stuurbewegin-
gen maken.
De bandenspanningswaarschuwing werkt
beperkt of vertraagd als:
sneeuwkettingen op de auto zijn gemon-
R
teerd
bij winterse wegdekomstandigheden wordt
R
gereden
op een losse ondergrond (bijvoorbeeld
R
zand of grind) wordt gereden
zeer sportief wordt gereden (met hoge
R
bochtsnelheden of snelle acceleratie)
met een zeer zware of grote aanhangwagen
R
wordt gereden
met dakbelasting of zware belading wordt
R
gereden.
Bandenspanningswaarschuwing
opnieuw starten
De bandenspanningswaarschuwing opnieuw
activeren:
nadat de bandenspanning is aangepast
R
na het verwisselen van de wielen of banden
R
nadat nieuwe velgen of banden zijn gemon-
R
teerd.
Voordat het systeem opnieuw wordt geac-
X
tiveerd, moet worden gecontroleerd of de
bandenspanning van alle vier banden cor-
rect is ingesteld voor de betreffende
bedrijfsomstandigheden. De geadviseerde
bandenspanning vindt u in de bandenspan-
ningstabel in de tankdopklep.
Alleen als de correcte bandenspanning is
ingesteld, kan de bandenspanningswaar-
schuwing betrouwbaar waarschuwen. Als
een verkeerde bandenspanning is inge-
steld, wordt deze verkeerde waarde gecon-
troleerd.
De aanwijzingen in het hoofdstuk "Banden-
X
spanning" in acht nemen (
De contactsleutel moet in stand 2 staan
X
(
pagina 161).
Y
Met = of ; in het stuurwiel het menu
X
Service
Service
selecteren.
Met 9 of
:Bandenspanning
Bandenspanning
X
teren.
a indrukken.
X
Op het multifunctioneel display verschijnt
de melding
Bandenspan-ningsbewaking
Bandenspan-ningsbewaking
actief Opnieuw starten met OK.
actief Opnieuw starten met
Als u het opnieuw activeren wilt bevesti-
gen:
a indrukken.
X
Op het multifunctioneel display verschijnt
de melding
Bandenspanning nu OK?
Bandenspanning nu
Met 9 of :
X
a indrukken.
X
Op het multifunctioneel display verschijnt
de melding
Bandenspannings-bewaking
Bandenspannings-bewaking
opnieuw gestart
opnieuw
gestart.
pagina 370).
Y
selec-
OK..
OK?.
Ja Ja
selecteren.