Slepen en aanslepen
358
Gegevens over het toegestaan totaalgewicht
van de auto vindt u op het voertuigtypeplaatje
(
pagina 402).
Y
! Wanneer de COLLISION PREVENTION
ASSIST PLUS, de DISTRONIC PLUS of de
HOLD-functie ingeschakeld zijn, remt de
auto in bepaalde situaties automatisch. Om
schade aan de auto te vermijden, deze sys-
temen in de volgende of vergelijkbare situ-
aties uitschakelen:
bij het slepen
R
in de wasstraat.
R
! De elektrische parkeerrem moet vrijgezet
zijn; dit controleren. Wanneer de elektri-
sche parkeerrem defect is, contact opne-
men met een gekwalificeerde werkplaats.
! De sleepkabel of sleepstang uitsluitend
aan de sleepogen of, indien aanwezig, aan
de trekhaak bevestigen. Anders kan de
auto worden beschadigd.
! Bij het slepen met een sleepkabel de vol-
gende punten in acht nemen:
De sleepkabel bij beide auto's indien
R
mogelijk aan dezelfde zijde van de auto
bevestigen.
Erop letten dat de sleepkabel niet langer
R
is dan wettelijk toegestaan. Markeer de
sleepkabel in het midden, bijvoorbeeld
met een witte doek (30 x 30 cm). Daar-
door kunnen andere verkeersdeelne-
mers de sleepsituatie herkennen.
De sleepkabel uitsluitend aan de sleep-
R
ogen of, indien aanwezig, de trekhaak
bevestigen.
Tijdens het rijden de remlichten van de
R
trekkende auto in acht nemen. Altijd vol-
doende afstand houden, zodat de sleep-
kabel niet doorhangt.
Voor het slepen geen staalkabel of ket-
R
ting gebruiken. Anders kan de auto wor-
den beschadigd.
! De sleepogen niet gebruiken om de auto
los te trekken. Dit kan tot beschadigingen
aan de auto leiden. Bij twijfel moet de auto
met een kraan worden geborgen.
! Tijdens het slepen resp. aanslepen lang-
zaam en zonder schokken wegrijden.
Anders kunnen te hoge trekkrachten de
auto beschadigen.
! De auto mag over een afstand van maxi-
maal 50 km worden gesleept. Daarbij mag
een sleepsnelheid van 50 km/h niet wor-
den overschreden.
Bij een sleepafstand van meer dan 50 km
moet de vooras of de complete auto
omhoog worden gebracht en worden
getransporteerd.
! Bij het slepen van auto's met KEYLESS GO
moet de sleutel worden gebruikt in plaats
van de start-stop-toets. Anders kan het bij
het openen van het bestuurders- of passa-
giersportier voorkomen, dat de automati-
sche transmissie in stand P schakelt, wat
tot schade aan de transmissie leiden kan.
! Auto's met automatische transmissie
mogen en kunnen niet door aanslepen wor-
den gestart. Anders kan de transmissie
beschadigd raken.
Bij het slepen en aanslepen de wettelijke
bepalingen in het betreffende land in acht
nemen.
Aan het transporteren moet de voorkeur
boven slepen worden gegeven.
Wanneer de auto vanwege een ongeval of
pech niet meer rijden kan, zijn de volgende
mogelijkheden beschikbaar:
Vervoeren van de auto
R
De auto in principe laten vervoeren of
transporteren.
Slepen van de auto met sleepkabel of stang
R
De auto slechts in uitzonderingssituaties
slepen.
Auto's met automatische transmissie: Bij
het slepen moet de automatische transmissie
in stand N staan.