86
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Waarschuwing
Een kind in een naar achteren
gericht kinderzitje kan zwaar of
dodelijk letsel oplopen als de airbag
van de voorpassagier afgaat. Dit
komt doordat de achterkant van het
achterwaarts gericht kinderzitje erg
dicht bij de airbag zou zitten. Een
kind in een voorwaarts gericht
kinderzitje kan zwaar of dodelijk
letsel oplopen als de airbag van de
voorpassagier afgaat en de passa-
giersstoel naar voren staat.
Geen enkel systeem werkt foutloos,
ook al is/zijn de frontairbag(s) van
de buitenste voorpassagier door het
passagiersdetectiesysteem uitge-
schakeld. Niemand kan garanderen
dat een airbag onder bijzondere
omstandigheden toch wordt geacti-
veerd, zelfs niet wanneer deze is
uitgeschakeld.
Plaats nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op de voorstoel,
zelfs niet als de airbag is uitgescha-
Waarschuwing
(Vervolg)
keld. Als u een voorwaarts gericht
kinderzitje op de buitenste voorpas-
sagiersstoel vastzet, moet u de stoel
zo ver mogelijk naar achteren
plaatsen. Het is beter om het
kinderzitje op de achterbank vast te
zetten. Overweeg om een andere
auto te gebruiken om het kind te
vervoeren als er geen achterbank
aanwezig is.
Het passagiersdetectiesysteem is
ontworpen om de frontairbag en de
knieairbag voor de buitenste zitplaats
voorin in de volgende gevallen uit te
schakelen:
De buitenste zitplaats voorin
is leeg.
Het systeem herkent dat er een
kind in een kinderzitje
aanwezig is.
Een passagier op de buitenste
zitplaats voorin haalt zijn of haar
gewicht tijdelijk van de zitting.
Er een kritieke storing in het
airbagsysteem of passagiersdetec-
tiesysteem zit.
Wanneer het passagiersdetectiesys-
teem de frontairbag en de knieairbag
van de buitenste zitplaats voorin heeft
uitgeschakeld, blijft het UIT-lampje
branden om u eraan te herinneren dat
de airbags uit zijn. Zie Waarschuwings-
lampje status airbag passagierszijde
0 133.
Het passagiersdetectiesysteem moet
de frontairbag en de knieairbag voor
de buitenste zitplaats voorin inscha-
kelen, zodra het systeem detecteert
dat een persoon met een volwassen
lichaamsgrootte goed op de buitenste
zitplaats voorin gaat zitten.
Wanneer het passagiersdetectiesys-
teem toelaat dat de airbags worden
ingeschakeld, blijft de AAN-indicatie
branden om u aan de actieve airbags
te herinneren.
Bij sommige kinderen, onder wie
kinderen in kinderzitjes, en erg kleine
volwassenen worden de frontairbag en
de knieairbag voor de buitenste
zitplaats voorin soms wel en soms niet