: Schakelt de parkeerlichten en
alle overige verlichting in, behalve de
koplampen.
: Schakelt koplampen in samen
met de parkeerlichten en de instru-
mentenverlichting.
IntelliBeam-systeem
Indien voorzien schakelt dit systeem
de grootlichtfunctie van de koplampen
automatisch in en uit afhankelijk van
de verkeerssituatie.
Het systeem schakelt het groot licht
in, wanneer het buiten donker is en er
geen tegenliggers zijn.
Het controlelampje
tengroep met Auto-Stop) of
(instrumentengroep V-serie) gaat
branden op de instrumentengroep bij
activering van het IntelliBeam-
systeem.
IntelliBeam activeren
Om het automatische groot licht te
activeren moet u met de richtingaan-
wijzerhendel in de neutrale stand de
lichtschakelaar naar de stand AUTO
draaien. Het blauwe lampje voor
ingeschakeld groot licht verschijnt op
de instrumentengroep, wanneer het
groot licht brandt.
Rijden met IntelliBeam
Het systeem activeert het groot licht
alleen bij ritten op snelheden hoger
dan 40 km/h (25 mph).
Middenboven aan de voorruit zit een
sensor die het systeem automatisch
aanstuurt. Houd dit gebied van de
voorruit schoon voor optimale werking
van het systeem.
Het groot licht blijft (automatisch)
branden, totdat een van de onder-
staande situaties zich voordoet:
(instrumen-
Het systeem detecteert de
koplampen van een naderende
tegenligger.
Het systeem detecteert de achter-
lichten van een voorligger.
Het is buiten dermate licht dat
ontsteking van het groot licht niet
nodig is.
De rijsnelheid daalt tot onder 20
km/h (12 mph).
VERLICHTING
U beweegt de richtingaanwijzer-
hendel vooruit naar de grootlicht-
stand of u geeft lichtsignalen. Zie
Koplampschakelaar grootlicht/
dimlicht 0 158 en Lichtsignaal
0 158.
Het IntelliBeam-systeem is te
deactiveren met de schakelaar
groot licht/dimlicht of lichtsig-
nalen. In dat geval moet u de
schakelaar groot licht/dimlicht
tweemaal binnen twee seconden
bedienen om het IntelliBeam-sys-
teem opnieuw te activeren. Het
lampje op de instrumentengroep
gaat branden om aan te geven dat
IntelliBeam opnieuw geacti-
veerd is.
Het groot licht wordt mogelijk niet
automatisch uitgeschakeld, als het
systeem om een of meer van de
volgende redenen de verlichting van
andere voertuigen niet kan detecteren:
De verlichting van andere
voertuigen ontbreekt, vertoont
schade, is afgedekt of werd om
andere reden niet geregistreerd.
157