De lichtschakelaar staat op AUTO.
De lichtsensor bepaalt dat het
overdag is.
De handrem is gelost of de auto
staat niet in de parkeerstand (P).
De achterlichten, de contourlichten,
de instrumentenpaneelverlichting en
de andere lampen gaan niet branden.
Het dagrijlicht gaat uit wanneer u de
koplampen op
of
zet. Het
dagrijlicht gaat ook uit, wanneer het
contact uitgeschakeld is. Het dagrij-
licht gaat opnieuw branden, wanneer
de knop voor de rijverlichting weer in
stand AUTO of
wordt gezet.
Automatisch koplamp-
systeem
Wanneer de knop voor de rijverlich-
ting in de AUTO-stand wordt gezet en
het buiten donker genoeg is, gaan de
koplampen automatisch aan.
Boven op het instrumentenpaneel zit
een lichtsensor. Dek de sensor niet af,
anders gaan de koplampen branden
wanneer dat niet nodig is.
Het systeem kan de koplampen ook
inschakelen bij het rijden door een
parkeergarage of een tunnel.
Bij het starten van de auto in een
donkere garage gaan de automatische
koplampen onmiddellijk branden. Als
het buiten licht genoeg is wanneer de
auto de garage verlaat, duurt het even
voordat het automatische koplampsys-
teem overschakelt op het dagrijlicht.
Tijdens deze vertragingstijd is de
verlichting van de instrumentengroep
mogelijk niet zo helder als normaal.
VERLICHTING
Controleer of de helderheidsregeling
van het instrumentenbord op de
hoogste stand staat. Zie Instrumenten-
paneelverlichting, regeling 0 162.
Wanneer het buiten licht genoeg is,
gaan de koplampen automatisch uit of
wordt overgeschakeld op het dagrij-
licht (DRL).
De automatische koplampen gaan uit,
wanneer de knop voor de rijverlichting
in de stand
wordt gezet of als het
contact uitstaat.
Inschakeling verlichting met
ruitenwissers
Als de ruitenwissers overdag worden
ingeschakeld terwijl de motor draait
en de knop voor de rijverlichting op
AUTO staat, worden de koplampen,
parkeerlichten en andere buitenver-
lichting ingeschakeld. De vertragings-
tijd voor het inschakelen van de
lampen is afhankelijk van de wisser-
snelheid. Wanneer de ruitenwissers
niet actief zijn, schakelen deze lampen
uit. Draai de knop van de rijverlichting
naar
of
om deze functie uit te
schakelen.
159