108
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
ISOFIX-kinderzitjes
ISOFIX-bevestigingsbeugels hebben de
aanduiding
op de rugleuning van
de stoel.
Bevestig voor de auto goedgekeurde
ISOFIX-kinderveiligheidssystemen aan
de ISOFIX-bevestigingsbeugels.
Montageposities voor ISOFIX-kinder-
veiligheidssystemen in specifieke
voertuigen staan vermeld in de
tabellen Montagegeschiktheid van
ISOFIX-kinderveiligheidssystemen . Zie
Waar wordt het kinderzitje geplaatst
0 97.
Er kunnen maximaal twee ISOFIX-kin-
derzitjes tegelijk aan de achterbank
worden bevestigd, echter niet meteen
naast elkaar.
Bevestigingsogen boven
Bevestigingsogen boven zijn voorzien
van het symbool
voor een kinder-
zitje.
Behalve aan het ISOFIX-montagepunt
bevestigt u de bovenste riem ook aan
de bevestigingsogen boven.
Montageposities voor ISOFIX-kinder-
veiligheidssystemen van de universele
categorie staan vermeld in de tabellen
Montagegeschiktheid van ISOFIX-kin-
derveiligheidssystemen . Zie Waar
wordt het kinderzitje geplaatst 0 97.
Kinderzitjes vastzetten
(Met de veiligheidsgordel
op de achterbank)
Wanneer u een kinderzitje met de
veiligheidsgordels op de achterbank
zekert, kijk dan in de gebruiksaanwij-
zing van het kinderzitje of het past bij
deze auto.
Als het kinderzitje over een ISOFIX-
systeem beschikt, raadpleeg dan
ISOFIX-kinderzitjes 0 108 over hoe en
waar het kinderzitje met ISOFIX moet
worden bevestigd. Als een kinderzitje
met een bovenste bevestigingsband
met behulp van een veiligheidsgordel
in de auto moet worden bevestigd,
raadpleeg dan ISOFIX-kinderzitjes
0 108 voor de locaties van de veranke-
ringen voor de bovenste bevesti-
gingsband.
Zet het kinderzitje niet zonder
bovenste bevestigingsband met veran-
kering vast wanneer de wet
voorschrijft dat de bovenste bevesti-