7. Plaats de programmeertool naast
de bandwang, bij het ventiel.
Druk vervolgens op de knop om
de TPMS-sensor te activeren. Een
kort signaal van de claxon beves-
tigt dat de sensoridentificatie-
code op deze band en wielpositie
is afgestemd.
8. Ga verder met de band passa-
gierszijde voor en herhaal de
procedure van stap 7.
9. Ga verder met de band passa-
gierszijde achter en herhaal de
procedure van stap 7.
10. Ga naar de band bestuurderszijde
achter en herhaal de procedure
in stap 7. De claxon klinkt
tweemaal om aan te geven dat de
sensoridentificatiecode is
afgestemd op de band bestuur-
derszijde achter en het
TPMS-sensorafstemmingsproces
niet langer actief is. Het bericht
PROGRAMMEREN BANDEN-
SPANNINGS. ACTIEF in het
DIC-scherm dooft.
11. Schakel de auto uit.
12. Stel de bandenspanning van alle
vier banden in op het gewenste
spanningsniveau zoals aange-
geven op de sticker Informatie
banden en belading.
Banden controleren
Wij adviseren u regelmatig,
minstens eenmaal per maand, de
banden en het reservewiel (als de
auto een reservewiel heeft) op
tekenen van slijtage of schade te
controleren.
Vervang de band als:
De indicators op drie of meer
plekken op de band zicht-
baar zijn.
Er is dan een koord of weefsel
zichtbaar in het rubber van
de band.
Het profiel of de zijkant is
gebarsten, vertoont sneetjes of
is dermate diep ingescheurd
dat koordlaag of karkas zicht-
baar is.
VERZORGING VAN DE AUTO
De band heeft een bult, uitstul-
ping of breuk.
De band heeft een gat, snede
of andere beschadiging die niet
goed kan worden gerepareerd
vanwege de grootte of de
locatie van de beschadiging.
Banden verwisselen
Als het voertuig niet-directionele
banden heeft, moeten deze
worden gerouleerd volgens de
intervallen die vermeld staan in
het Onderhoudsschema. Zie
Gepland onderhoud 0 339.
Banden worden gerouleerd om
ervoor te zorgen dat de banden
gelijkmatig slijten. De eerste
rotatie is het belangrijkst.
Wanneer u een abnormale slijtage
vaststelt, rouleer de banden dan
zo spoedig mogelijk, kijk of de
bandenspanning correct is en
controleer de banden of velgen op
beschadigingen. Gaat de abnor-
male slijtage na het rouleren door,
305