aanvoelen of klinken dan bij het
handmatig activeren van het remsys-
teem. Dit is normaal.
Stilstaande of zeer langzaam
bewegende objecten
Waarschuwing
ACC zal gestopte of langzaam
rijdende voorliggers wellicht niet
detecteren en zal dan niet
afremmen. Zo remt het systeem
wellicht niet af voor een auto die
het nooit in beweging heeft waarge-
nomen. Dit kan gebeuren bij
langzaam rijdend en stilstaand
verkeer of wanneer er een voorligger
plotseling op uw rijbaan komt. Uw
auto stopt wellicht niet en kan een
botsing veroorzaken. Gebruik ACC
met het nodige voorbehoud.
Onderweg is uw volledige aandacht
vereist en moet u gereed zijn voor
handelend optreden en het
intrappen van het rempedaal.
ACC schakelt automatisch uit
ACC schakelt wellicht automatisch uit
en de bestuurder moet zelf op het
rempedaal trappen om af te remmen
wanneer:
De sensoren zijn geblokkeerd.
De Traction Control of de elektro-
nische stabiliteitsregeling is geacti-
veerd of uitgeschakeld.
De radar detecteert ten onrechte
een obstakel als in een woestijn of
een verlaten gebied zonder andere
voertuigen of objecten langs de
weg wordt gereden. Er kan een
bericht op het DIC verschijnen om
aan te geven dat de ACC tijdelijk
niet beschikbaar is.
Het systeem vertoont een storing.
Het symbool ACC actief wordt wit
wanneer ACC niet meer actief is.
Melding voor herinschakelen ACC
ACC houdt een volgafstand tot een
gedetecteerde voorligger aan en remt
uw auto tot stilstand af achter
die auto.
RIJDEN EN BEDIENEN
Als de stilstaande voorligger wegge-
reden is en ACC niet is hervat,
knippert het voorliggerlampje ten
teken dat u alvorens door te rijden het
verkeer moet controleren. Ook
pulseren de linker- en rechterzijde van
de veiligheidswaarschuwingsstoel
driemaal of klinken er drie pieptonen.
Zie "Soort waarschuwing" en "Vertrek-
melding" in "Bots-/detectiesystemen"
onder Personalisering voertuig 0 150.
Druk wanneer de voorligger wegrijdt
op +RES of trap het gaspedaal in om
ACC weer te laten werken. Na een stop
van meer dan twee minuten of als het
bestuurdersportier wordt geopend en
de veiligheidsgordel bestuurder is
losgedaan, activeert de ACC automa-
tisch de elektrische handrem (EPB)
om de auto tegen te houden. Het
statuslampje van de EPB gaat
branden. Zie Parkeerrem (Elektrisch)
0 210 of Parkeerrem (Handgeschakeld)
0 211. Bedien het gaspedaal om de
elektrische parkeerrem los te zetten.
Er verschijnt mogelijk een bericht op
het DIC om alvorens uit te stappen
stand P (parkeerstand) in te schakelen.
229