160
VERLICHTING
Meedraaiende
koplampen (AFL)
Bij modellen met AFL-systeem
zwenken de koplampen horizontaal
voor een betere verlichting van de weg
in bochten. Zet de lichtknop op de
richtingaanwijzerhendel in de stand
AUTO om AFL in te schakelen. Deacti-
veer het systeem door de schakelaar
uit de stand AUTO te halen. AFL werkt
bij een rijsnelheid van meer dan 3
km/h (2 mph). AFL werkt niet met de
versnellingsbak in stand R (Achteruit).
AFL werkt niet meteen na het starten
van de auto: rijd eerst een kort stukje
om de AFL te kalibreren. Zie Verlich-
ting buitenzijde, schakelaars 0 156.
Koplamp, hoogteverstel-
ling, regeling
Handbediende knop koplamphoog-
teregeling.
Bij auto's met een handbediende
koplamphoogteregeling bevindt het
duimwieltje zich op de lichtschakelaar.
Met deze functie kunt u de koplamp-
hoogte aanpassen aan de belading.
Het dimlicht moet ingeschakeld zijn
om de koplamphoogte te verstellen.
9
: Beweeg het duimwieltje naar
boven of naar beneden om de
koplampen te verstellen.
Als de koplamphoogte juist is
ingesteld, worden andere bestuurders
minder snel verblind.
Voorstoelen bezet = 0.
Alle zitplaatsen bezet = 1.
Alle zitplaatsen bezet en bagage in
de bagageruimte = 2.
Bestuurdersstoel bezet en bagage
in de bagageruimte = 3.
Automatische koplamphoogtere-
geling
Bij auto's met HID-koplampen wordt
de koplamphoogte automatisch
afgesteld op basis van de belading.
Waarschuwingsknipper-
lichten