uit te schakelen, houdt u de knop
Ventilator lager op de middenconsole
of het klimaatregelingsdisplay
ingedrukt totdat hij uitgaat.
Regeling luchtverdeling : U raakt de
luchtverdelingsmodus op het klimaat-
regelingsdisplay aan om de richting
van de luchtstroom te veranderen. De
knop voor de geselecteerde luchtverde-
lingsmodus brandt. Als u op een van
de knoppen voor de luchtverdeling
drukt, wordt de luchtverdelingsrege-
ling automatisch geannuleerd en kan
de richting van de luchtstroom
handmatig worden ingesteld. Druk op
AUTO om terug te keren naar automa-
tische regeling.
Om de huidige stand te veranderen,
kiest u een van de volgende mogelijk-
heden:
: De lucht wordt naar de luchtroos-
ters in het dashboard geleid.
: De lucht wordt tussen de lucht-
roosters in het dashboard en de vloer
verdeeld.
: De lucht wordt naar de lucht-
roosters in de vloer geleid. Een deel
gaat naar de voorruit en de zijruiten.
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
-
: Hiermee worden de ruiten
condens- of vochtvrij gemaakt. De
lucht wordt naar de luchtroosters van
de voorruit, de zijruiten en de vloer
geleid. Er kan ook lucht naar de vloer-
roosters achter stromen.
0
0
: Druk op
om de ontwaseming
in of uit te schakelen. Hierdoor wordt
de voorruit sneller condens- of ijsvrij
gemaakt. De lucht wordt naar de
luchtroosters van de voorruit en de
zijruiten geleid.
A/C-modus : Raak A/C Mode op het
klimaatregelingsdisplay aan om de
automatische airconditioning in of uit
te schakelen. De airconditioning werkt
niet, als de ventilator uitstaat. Ook bij
buitentemperaturen onder het vries-
punt is het mogelijk dat de aircondi-
tioning niet werkt.
Druk op AUTO om terug te gaan naar
de automatische regeling. De airco zal
dan, indien nodig, inschakelen.
Automatische luchtrecirculatie :
Wanneer het controlelampje AUTO
brandt, wordt de lucht, indien noodza-
kelijk, automatisch gerecirculeerd om
het voertuiginterieur snel te kunnen
koelen.
: Druk erop om te wisselen
tussen recirculatie van de lucht in de
auto of de aanvoer van buitenlucht.
Het controlelampje in de knop gaat
branden, wanneer de recirculatie actief
is. Hierdoor kan de lucht in de auto
sneller afkoelen en kunnen buiten-
lucht en nare geuren beter uit de auto
worden geweerd.
Als u op deze knop drukt, wordt de
automatische recirculatie geannuleerd.
Druk op AUTO om terug te gaan naar
de automatische regeling; de recircu-
latie wordt zo nodig automatisch
gestart.
De modus voor handmatige recircu-
latie is niet beschikbaar in de ontdooi-
of ontwasemingsstand.
Automatische ontwaseming : De
klimaatregeling kan zijn uitgerust met
een sensor waarmee automatisch een
hoge luchtvochtigheid in het voertuig
wordt gedetecteerd. Wanneer een hoge
luchtvochtigheid wordt gedetecteerd,
kan de klimaatregeling buitenlucht
175