middenconsole om het modusmenu
op de instrumentengroep te openen.
Bij de eerste druk op de knop ziet u de
huidige modus. Bij herhaaldelijk
indrukken bladert u door de beschik-
bare modi. De Tour- en Sport-standen
zullen op een glad wegdek hetzelfde
aanvoelen. Kies een nieuwe instelling
wanneer de rijomstandigheden veran-
deren.
Tour-modus
Gebruikt in normaal stads- en
snelwegverkeer voor een soepele,
comfortabele rit.
Sport-modus
Te gebruiken waar wegomstandig-
heden of persoonlijke voorkeuren een
meer beheerst rijgedrag vereisen.
Bij deze optie licht het lampje Sport-
modus op het Driver Information
Center (DIC) op.
In de Sport- of Track-modus schakelt
de auto automatisch, maar de auto
blijft mogelijk langer in een lagere
versnelling rijden dan normaal is voor
de actuele stand van het rempedaal,
dat van en het gaspedaal en de dwars-
versnelling van de auto. Zie Automati-
sche transmissie 0 205. De
stuurinrichting schakelt over op een
meer precieze besturing. Als de auto is
uitgevoerd met Magnetic Ride Control,
levert de wielophanging betere presta-
ties bij het nemen van bochten.
Competitive Driving Mode is bereik-
baar via deze modus.
Snow/Ice-modus
Te gebruiken, wanneer er bij een glad
wegdek meer tractie nodig is.
De modus Snow/Ice hanteert een
ander kenveld voor het gaspedaal om
op een gladde ondergrond de tractie te
verbeteren. Het gaspedaal beperkt het
motorkoppel bij geringe pedaalbe-
diening.
Bij deze optie licht het lampje
Sneeuw/IJs op het DIC op.
Deze modus niet gebruiken, wanneer
de auto in zand, modder, ijs, sneeuw
of grind is vastgeraakt. Als de auto
vastraakt, zie Als de auto vast is komen
te zitten 0 192.
RIJDEN EN BEDIENEN
Track-modus (alleen V-serie)
Gebruik deze modus in situaties die
optimale wegligging vergen. Bij deze
optie licht het lampje Track-modus op
het DIC op.
Het gaspedaal wordt afgestemd voor
maximale controle bij extreem sportief
rijden.
De automatische transmissie en stuur-
inrichting werken op vergelijkbare
wijze als in de Sport-modus.
De Magnetic Ride Control wordt
ingesteld op het optimale niveau voor
alert rijgedrag.
Competitive Driving Mode is bereik-
baar via deze modus.
Gebruik deze modus voor ritten op
een gesloten racecircuit of een
parcours.
De autosystemen worden geoptimali-
seerd voor maximale raceprestaties.
Deze modus biedt toegang tot Perfor-
mance Traction Management (PTM)
via de Competitive Driving-modus.
215