172
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Bedieningsorganen
voor klimaatregeling
Klimaatregelsystemen
Dubbel automatische klimaatre-
gelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Luchtroosters
Ventilatieopeningen . . . . . . . . . . . . . . 177
Onderhoud
Luchtfilter passagiersruimte . . . . . 178
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Klimaatregelsystemen
Dubbel automatische klimaatregelsysteem
Met de klimaatregelingsknoppen op de middenconsole en op het klimaatrege-
lingsdisplay worden de verwarming, koeling en ventilatie bediend.
Klimaatregelingsknoppen middenconsole
1. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
2. Ventilatorregeling
3. UIT (aanjager)
4. Verwarmde bestuurders- en
passagiersstoel (indien aanwezig)
5. Recirculatie
6. Achterruitverwarming
7. Ontwaseming
8. AUTO (automatische regeling)