een waarschuwing indien zich een
rijdend voertuig in de dode hoek(en)
bevindt of als hier een snel van
achteren naderend voertuig wordt
gedetecteerd. De LCA-waarschuwing
licht dan op in de desbetreffende
buitenspiegel en de waarschuwing
gaat knipperen als de richtingaan-
wijzer actief is.
Waarschuwing
LCA waarschuwt de bestuurder niet
voor auto's buiten de detectiezones
en evenmin voor voetgangers,
fietsers en dieren. Er wordt niet
onder alle rijomstandigheden een
waarschuwing geven bij het
wisselen van rijbaan. Indien bij het
wisselen van rijstroken niet de
nodige voorzichtigheid in acht
wordt genomen, kan dit lichamelijk
of dodelijk letsel of schade aan de
auto tot gevolg hebben. Voordat u
van rijbaan verandert, controleer
altijd de spiegels, kijk over uw
schouder en gebruik de richtingaan-
wijzer.
1. SBZA-detectiegebied
2. LCA-detectiegebied
LCA-detectiegebieden
De LCA-sensor bestrijkt aan beide
zijden van de auto een gebied met een
breedte van ongeveer één rijbaan,
ofwel 3,5 m (11 ft). De hoogte van het
gebied is ongeveer 0,5 m (1,5 ft) tot
2 m (6 ft) boven het wegdek. Het
waarschuwingsgebied van het
dodehoekdetectiesysteem (SBZA)
begint ongeveer bij het midden van de
auto en loopt 5 m (16 ft) naar
achteren. Bestuurders worden ook
gewaarschuwd voor voertuigen die dit
gebied snel naderen tot ongeveer 25 m
(82 ft) achter de auto.
RIJDEN EN BEDIENEN
Hoe werkt het systeem
Het LCA-symbool licht op in de
buitenspiegels, wanneer het systeem
in de aangrenzende rijstrook een
rijdend voertuig detecteert dat zich in
de dode hoek(en) bevindt of dat snel
van achteren nadert. Dit geeft aan dat
het onveilig kan zijn om van rijbaan te
wisselen. Controleer altijd het LCA-dis-
play, gebruik de spiegels, kijk over uw
schouder en gebruik de richtingaan-
wijzer voordat u van rijstrook
verandert.
Display linker
Display rechter
buitenspiegel
buitenspiegel
Bij het starten van de auto lichten de
LCA-displays op beide buitenspiegels
kort op ten teken dat het systeem
werkt. Als de auto in een vooruitver-
snelling staat, licht het display in de
linker of rechter buitenspiegel op als
er een rijdend voertuig in de dode
hoek(en) van de aangrenzende rijst-
241