246
RIJDEN EN BEDIENEN
15000 km (9000 mijl) toe aan de
brandstoftank, wat zich als eerste
voordoet.
Tank vullen
Waarschuwing
Brandstofdampen en brandstoffen
zijn sterk ontvlambaar en kunnen
bij brand zwaar of dodelijk letsel
veroorzaken.
Om letsels van uzelf en
anderen te vermijden, moet u
alle instructies in het tanksta-
tion lezen en volgen.
Zet de motor af wanneer u
tankt.
Houd vonken, vlammen en
rookgerei uit de buurt van
brandstof.
Verlaat de tankzuil niet
tijdens het tanken.
Gebruik geen mobiele
telefoon tijdens het tanken.
Waarschuwing
(Vervolg)
Stap niet in uw auto wanneer
u brandstof tankt.
Houd kinderen uit de buurt
van de tankzuil en laat
kinderen nooit tanken.
Wanneer u de tankdop te snel
opent, kan er brandstof uit
spuiten. Dit sproeien kan
gebeuren wanneer de tank
bijna vol is en gebeurt vaker
bij warm weer. Open de
tankdop langzaam en wacht
tot u geen gesis meer hoort
alvorens de dop helemaal los
te draaien.
Indien hiermee uitgerust, wordt de
tankklep vergrendeld bij vergrendeling
van de portieren. Druk op
RKE-zender om te ontgrendelen.
Druk midden op de achterrand van de
klep om de tankklep te openen.
De auto heeft een doploos tanksys-
teem en heeft geen tankdop. U moet
het tankpistool volledig insteken en
vergrendelen voordat er kan worden
getankt.
op de