188
RIJDEN EN BEDIENEN
Pas de bandenspanningen en rijsnel-
heden zorgvuldig af op de aard van
het circuit en de omgevingsomstandig-
heden. Neem voor verdere hulp
contact op met de bandenfabrikant.
Voor een maximale levensduur van de
banden moet u 800 km (500 mijl)
rijden voor u gaat racen of eerst
genoeg rondes maken om de banden-
spanning 35 kPa (5 psi) te laten
stijgen. Hierna laat u de banden
meteen tot de koude bandenspanning
afkoelen.
Richtlijnen bandenspanning
De bandenspanningen zijn van invloed
op de handling van de auto en de
levensduur van de banden, zodat u de
bandenspanningen moet afstemmen
op het type circuit.
Inspecteer de banden voor elk circuit-
bezoek. Bij wedstrijdrijden slijt het
loopvlak van de banden sneller.
Rijden en bedienen
Waarschuwing
Ritten op hoge snelheden kunnen
gevaarlijk zijn. Een verkeerde
bandenspanning kan tot overbelas-
ting van de banden leiden en een
klapband veroorzaken. Zorg dat de
banden in uitstekende staat
verkeren en hanteer de juiste
bandenspanning voor het gewicht
van de auto en het type circuit/
wegdek.
Waarschuwing
De hoge snelheid waarmee banden
op racecircuits/racebanen draaien
houdt een zware belasting in,
waardoor verkeerd opgepompte
banden kapot kunnen gaan. Beperk
de belading van de auto altijd tot
het gewicht van de bestuurder plus
één passagier zonder bagage.
Waarschuwing
De krachten op racecircuits/
racebanen zorgen voor slijtage op
het loopvlak en aan de binnenkant
van de band. Bij gebruik op racecir-
cuits/racebanen moeten banden
worden vervangen na een afstand
corresponderend met twee brand-
stoftanks of zo'n 160 km (100 mijl),
zelfs al is het loopvlak niet
afgesloten tot op de slijtindicatoren.
Bandenspanning voor circuits met
continu hoge snelheden in
kombochten
(zoals Daytona International
Speedway, Indianapolis Motor
Speedway en dergelijke)
Pomp de koude banden op tot
minimaal 300 kPa (44 psi).
Verlaag de bandenspanning van
warme banden niet.