138
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
ABS-lampje onderweg blijft of weer
gaat branden. Er kan ook een geluids-
signaal klinken als het lampje continu
brandt.
Als het ABS-lampje het enige lampje is
dat brandt, dan werkt de normale
remfunctie van de auto, maar werken
de antiblokkeerremmen niet.
Als het ABS-lampje en het waarschu-
wingslampje voor het remsysteem
branden, werken de antiblokkeer-
remmen van de auto niet en is er een
probleem met de normale remmen.
Raadpleeg de dealer.
Zie Waarschuwingslampje remsysteem
0 136.
Lampje rijstrookhulp (Lane
Keeping Assist, LKA)
Indien aanwezig, moet dit lampje kort
oplichten wanneer u de auto start.
Als het niet oplicht, moet u de auto
laten nakijken.
Dit lampje licht groen op als het
LKA-systeem beschikbaar is.
LKA biedt hulp door het stuur rustig
te verdraaien indien de auto een
gedetecteerde rijstrookmarkering
nadert zonder dat de richtingaanwijzer
aan die zijde is ingeschakeld. Het
LKA-lampje licht geel op.
Dit lampje brandt geel en knippert als
Lane Departure Warning (LDW) om
aan te geven dat een rijstrookmarke-
ring is overschreden.
Zie Rijstrookhulp (Lane Keeping Assist,
LKA) 0 243.
Voorliggerlampje
Dit lampje gaat, indien aanwezig,
groen branden bij detectie van een
voorligger en oranje wanneer u veel te
dicht op een voorganger zit.
Zie Afstandsregeling (FCA) 0 236.
Lampje tractieregeling
uitgeschakeld
Bij het starten van de motor licht het
lampje korte tijd op. Laat uw auto
door de dealer onderhouden als dat
niet het geval is. Als het systeem
normaal werkt, gaat het controle-
lampje daarna uit.
Het lampje Traction Off (tractie uit)
gaat branden wanneer de Traction
Control (TCS - tractieregeling) is uitge-
schakeld door het indrukken en
loslaten van de knop TCS/StabiliTrak.