Veiligheidssystemen van uw auto
(Vervolg)
•
Plaats geen voorwerpen op de
airbag of tussen de airbag en
uzelf. Ook, bevestig geen
enkel
voorwerp
rond
gebied waar de airbag opge-
blazen wordt zoals de deur,
het glas van de zijdeur, voor-
of achterstijl.
•
Plaats geen enkel voorwerp
tussen het label van de zijair-
bag en het zetelkussen.
kan veroorzaken als de air-
bags bij een aanrijding geacti-
veerd worden.
•
Sla niet op de deuren als de
motor aanstaat, hierdoor kun-
nen de airbags aan de zijkant
opgeblazen worden.
•
Als de stoel of de stoelbekle-
ding zijn beschadigd, advise-
ren u het systeem te laten
repareren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
2-48
Gordijn airbag
(indien van toepassing)
het
Dit
De gordijn airbags bevinden zich
langs de rand van het dak boven de
voor- en achterportieren.
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde
aanrijdingen van opzij de hoofden
van de voorste inzittenden en de
passagiers op de buitenste zitplaat-
sen achter te beschermen.
De gordijn airbags zijn ontworpen
om alleen tijdens bepaalde aanrijdin-
gen van opzij geactiveerd te worden,
afhankelijk van de ernst van de aan-
rijding, de hoek, de snelheid en de
plaats van impact.
De gordijn airbags zijn niet ontwor-
pen om bij alle aanrijdingen van opzij
OIB034022
of situaties waarbij de auto over de
kop kan slaan opgeblazen te wor-
den.
OJK032066