Wat te doen in een noodgeval
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje sto-
ring TPMS is gecombineerd met het
waarschuwingslampje lage banden-
spanning. Wanneer door het sys-
teem een storing wordt gedetec-
teerd, knippert het waarschuwings-
lampje gedurende ongeveer een
minuut en blijft daarna branden. Elke
keer dat de auto wordt gestart, blijft
deze volgorde optreden, zolang de
storing aanwezig is. Wanneer het
controlelampje brandt, kan het sys-
teem mogelijk niet naar behoren een
te lage bandenspanning vaststellen.
Storingen in het TPMS kunnen door
verschillende oorzaken ontstaan,
waaronder het plaatsen, vervangen
of wisselen van banden of velgen
waardoor het TPMS niet goed werkt.
6-32
i
Informatie
Als een van de onderstaande gebeurt,
raden we u aan het systeem te laten
controleren bij een officiële HYUN-
DAI dealer.
1. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning/de TPMS-motor-
controlelampje licht niet op gedu-
rende 3 seconden wanneer het con-
tactslot wordt omgedraaid naar de
AAN-stand of wanneer de motor
loopt.
2. De
TPMS-motorcontrolelampje
blijft branden nadat hij circa 1
minuut heeft geknipperd.
3. De waarschuwingslampje lage ban-
denspanning blijft branden.
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning
Wanneer de waarschuwingslampjes
van het controlesysteem lage ban-
denspanning branden (en Waar-
schuwingsbericht weergegeven op
het LCD-scherm op het bediening-
spaneel), is de bandenspanning van
een of meerdere band(en) te laag.
OGB058067