(Vervolg)
Raadpleeg "Beperkingen van
het systeem".
•
Verwijder of beschadig geen
onderdelen die gerelateerd zijn
aan het LKA-systeem.
•
Het waarschuwingssignaal van
het LKA-systeem is mogelijk
niet hoorbaar als het geluidsvo-
lume van het audiosysteem te
hoog is ingesteld.
•
Terwijl andere piepjes zoals het
waarschuwingsgeluid voor de
veiligheidsgordel in werking
zijn en het LKA-alarmerings-
systeem wordt genegeerd, is
het mogelijk dat er geen LKA-
pieptonen optreden.
•
Plaats geen voorwerpen op het
dashboard die licht reflecteren,
zoals spiegels, wit papier, enz.
Het systeem werkt mogelijk niet
goed wanneer zonlicht wordt
gereflecteerd.
•
Houd het stuurwiel altijd vast
wanneer het LKA-systeem is
ingeschakeld.
(Vervolg)
(Vervolg)
Als u blijft rijden terwijl u het
stuurwiel niet vasthoudt nadat
de waarschuwing "Houd uw
handen op het stuur" is gege-
ven, wordt het systeem auto-
matisch uitgeschakeld. Als de
bestuurder echter zijn handen
weer op het stuurwiel heeft
gelegd, wordt het stuurwiel
weer
door
het
systeem
bediend.
•
Het stuurwiel wordt niet conti-
nu bediend; als de rijsnelheid te
hoog is wanneer u van rijstrook
wisselt, wordt de auto mogelijk
niet door het systeem bediend.
De bestuurder moet zich altijd
aan de snelheidslimiet houden
als het systeem gebruikt wordt.
•
Als u objecten aan het stuur-
wiel bevestigt, assisteert het
systeem de besturing mogelijk
niet goed of werkt de waarschu-
wing handen van het stuur
mogelijk niet goed.
•
Als met een aanhanger rijdt
moet u het LKA-systeem uit-
schakelen.
Werking LKA
In-/uitschakelen van het LKA-sys-
teem:
Druk met het contact in stand ON op
de toets van het LKA-systeem op het
dashboard, links van het stuurwiel.
Het controlelampje in het instrumen-
tenpaneel zal in eerste instantie wit
branden.
Dit geeft aan dat het LKA-systeem in
de status READY (gereed) en NOT
ENABLED (niet ingeschakeld) staat.
OGB054023
5
5-85