Download Print deze pagina

Hyundai I20 2019 Gebruikershandleiding pagina 453

Advertenties

CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) (TYPE A, INDIEN VAN TOEPASSING)
Waarschuwingslampje lage banden-
spanning / Controlelampje storing
TPMS
Controleer iedere maand bij koude
banden of de bandenspanning van
alle banden, inclusief het reservewiel
(indien van toepassing), overeen-
komt met de aanbevolen spanning
op het voertuigplaatje of het banden-
spanningslabel. (Als de bandenmaat
van uw auto niet overeenkomt met
de bandenmaat op het voertuigplaat-
je of het bandenspanningslabel,
dient u de juiste spanning voor deze
banden te bepalen.)
Voor extra beveiliging is uw auto uit-
gerust met een controlesysteem lage
bandenspanning (TPMS) dat ervoor
zorgt dat een waarschuwingslampje
lage bandenspanning gaat branden
wanneer de bandenspanning van
een of meerdere band(en) aanmer-
kelijk te laag is.
Wanneer het waarschuwingslampje
lage bandenspanning brandt, dient u
de auto dus stil te zetten, de banden
zo snel mogelijk te controleren en ze
OGB064008
op de juiste spanning te brengen.
Rijden op banden waarvan de ban-
denspanning te laag is, heeft over-
verhitte en mogelijk beschadigde
banden tot gevolg. Te lage banden-
spanning levert een hoger brandstof-
verbruik op, verkort de levensduur
van de banden en heeft mogelijk
invloed op de rijeigenschappen van
de auto en de remweg.
Het TPMS dient niet ter vervanging
van onderhoud van de banden te
worden gebruikt. Het is de verant-
woordelijkheid van de bestuurder dat
de banden op de juiste spanning
zijn, ook al is de bandenspanning
nog niet zo laag dat het waarschu-
wingslampje gaat branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje sto-
ring TPMS is gecombineerd met het
waarschuwingslampje lage banden-
spanning. Wanneer door het sys-
teem een storing wordt gedetec-
teerd, knippert het waarschuwings-
lampje gedurende ongeveer een
minuut en blijft daarna branden. Elke
keer dat de auto wordt gestart, blijft
deze volgorde optreden, zolang de
storing aanwezig is. Wanneer het
controlelampje brandt, kan het sys-
teem mogelijk niet naar behoren een
te lage bandenspanning vaststellen.
Storingen in het TPMS kunnen door
verschillende oorzaken ontstaan,
waaronder het plaatsen, vervangen
of wisselen van banden of velgen
waardoor het TPMS niet goed werkt.
Controleer na het vervangen van
een
of
meerdere
band(en)
velg(en) het controlelampje storing
TPMS om ervoor te zorgen dat het
TPMS goed werkt.
6
of
6-25

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gb i20 2017I20 gb 2015