WAARSCHUWING
De ESC is actief als ESC knip-
pert:
Rij langzaam en probeer niet
om te versnellen. Druk NOOIT
op de ESC OFF knop terwijl de
ESC indicatorlamp knippert, u
kunt namelijk de controle over
het voertuig verliezen wat kan
resulteren in een ongeval.
AANWIJZING
Als er banden en/of velgen met
een verschillende maat onder de
auto gemonteerd zijn, kan dat de
werking van het ESC in negatieve
zin beïnvloeden. Zorg er daarom
voor dat als de banden onder uw
auto vervangen moeten worden,
banden
worden
gebruikt
dezelfde maat hebben als de origi-
nele banden.
Voertuigstabiliteitsregeling
(ESC) uitschakelen
Tijdens het rijden
De ESC OFT stand mag alleen kort
gebruikt worden als het voertuig
vast zit in sneeuw of modder, zodat
het ESC systeem tijdelijk gestopt
wordt met als doel de wielen te laten
draaien.
Schakel de elektronische stabiliteits-
regeling tijdens het rijden alleen uit
als u op een vlakke weg rijdt.
die
AANWIJZING
Voorkom schade aan het versnel-
lingsbak:
• Laat wiel(en) van één as niet
excessief draaien als de waar-
schuwingslampen
van
ABS en de remmen branden. De
reparaties vallen niet onder de
voertuiggarantie. Vermiinder het
vermogen van de motor en laat
de wiel(en) niet excessief draai-
en als deze lampen branden.
• Schakel de elektronische stabili-
teitsregeling uit (controlelampje
ESC OFF brandt) als de auto op
een rollenbank getest wordt.
i
Informatie
Het uitschakelen van de elektronische
stabiliteitsregeling heeft geen gevolgen
voor een correcte werking van het
ABS en het standaard remsysteem.
ESC,
5
5-51