Wat te doen in een noodgeval
NOODUITRUSTING (INDIEN VAN TOEPASSING)
Uw auto is uitgerust met een nood-
uitrusting waarmee u kunt inspelen
op noodsituaties.
Brandblusser
Als er sprake is van een kleine brand
en u weet hoe u de brandblusser
moet gebruiken, volg dan zorgvuldig
onderstaande stappen.
1. Fles dichtmiddel en label met Trek
de veiligheidspen aan de boven-
kant van de brandblusser, die
voorkomt dat de hendel per onge-
luk ingedrukt wordt, los.
2. Richt de straalpijp op de basis van
de vlammen.
3. Ga op ongeveer 2,5 m van het
vuur staan en knijp de hendel
dicht om de blusser te activeren.
Als u de hendel loslaat, stopt het
blussen.
4. Beweeg de straalpijp heen en
weer richting de basis van de
vlammen. Kijk zorgvuldig of het
vuur echt gedoofd is omdat het
weer op kan laaien.
6-42
Eerstehulpset
De EHBO-set bevat spullen voor het
verlenen van eerste hulp, zoals een
schaar, verband en pleisters.
Gevarendriehoek
Plaats de gevarendriehoek op de
weg om naderend verkeer te waar-
schuwen als de auto door problemen
tot stilstand is gekomen langs de
kant van de weg.
Bandenspanningsmeter
(indien van toepassing)
Het is normaal dat banden wat lucht
verliezen tijdens dagelijks gebruik en
het is mogelijk dat u regelmatig wat
lucht moet toevoegen.Meestal duidt
dit niet op een lekke band, maar op
normale slijtage. Controleer de ban-
denspanning altijd bij koude banden,
omdat de bandenspanning bij een
hogere temperatuur toeneemt.
Neem de volgende stappen om de
bandenspanning te controleren:
1. Draai de ventieldop, die zich op de
velg van de band bevindt, los.
2. Houd de bandenspanningsmeter
aangedrukt op het ventiel. Bij het
plaatsen van de bandenspan-
ningsmeter ontsnapt er wat lucht
en als de meter niet goed aange-
drukt wordt, ontsnapt er nog meer.
3. De bandenspanningsmeter wordt
geactiveerd wanneer u deze ste-
vig en zonder lucht te laten ont-
snappen aandrukt.
4. Lees de bandenspanning af op de
meter om te weten te komen of de
bandenspanning laag of hoog is.
5. Breng de band op de voorge-
schreven spanning. Zie "Banden
en velgen" in hoofdstuk 8.
6. Plaats de ventieldop.