GLOEILAMPEN
WAARSCHUWING
Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat ver-
vangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het con-
tact in stand LOCK staat om te
voorkomen dat de auto plotsel-
ing in beweging komt, dat u zich
brandt of dat u een schok krijgt.
Gebruik alleen lampen met de
voorgeschreven wattage.
AANWIJZING
Zorg ervoor dat de doorgebrande
lamp vervangen wordt door een
met dezelfde wattage. Anders kan
de zekering of het elektrische
bedradingssyteem
beschadigd
raken.
AANWIJZING
Als u niet over het juiste gereed-
schap, de juiste lampen en ervar-
ing beschikt, adviseren we u con-
tact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
In veel gevallen kan het zelf ver-
vangen van lampen problemen
opleveren vanwege het feit dat om
bij de lamp te kunnen komen,
eerst andere onderdelen verwi-
jderd dienen te worden. Dat is in
het bijzonder het geval als u de
koplampunit moet verwijderen om
bij de gloeilamp(en) te kunnen
komen. Het verwijderen en plaat-
sen van de koplampunit kan lei-
den tot beschadigingen aan de
auto.
i
Informatie
Na zware regenval of het wassen van
de auto kan het lijken alsof er vocht in
de koplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door het temper-
atuurverschil tussen de binnenzijde en
de buitenzijde van het lampglas. Dit is
vergelijkbaar met het beslaan van de
ruiten bij het rijden onder rege-
nachtige omstandigheden en duidt
niet op een probleem met uw auto. Als
er sprake is van waterlekkage in het
elektrische gedeelte van de lamp,
adviseren we u het systeem te laten
controleren
door
een
HYUNDAI-dealer.
officiële
7
7-65