Onderhoud
Wielen verwisselen
Om de banden zo gelijkmatig mo-
gelijk te laten slijten wordt aanger-
aden de wielen iedere 10.000 km of
eerder, indien het slijtagepatroon
daartoe aanleiding geeft, te verwis-
selen.
Controleer bij het verwisselen van de
wielen tevens de balans.
Controleer de banden bij het verwis-
selen van de wielen op ongelijk-
matige slijtage en beschadigingen.
Abnormale slijtage wordt meestal
veroorzaakt door een onjuiste ban-
denspanning, een onjuiste wieluitlijn-
ing, onbalans, veelvuldig hard rem-
men en snelle bochten. Controleer
het profiel en de zijkant van de band
op zwellingen. Vervang de band
wanneer u deze aantreft. Vervang de
band als het canvas of de koordla-
gen zichtbaar zijn. Breng na het ver-
wisselen van de wielen de banden
op de juiste spanning en controleer
of de wielmoeren vastzitten.
Zie "Banden en velgen" in hoofdstuk
8.
7-42
Met een volwaardig reservewiel
(indien van toepassing)
Zonder reservewiel
Banden met een specifieke draairichting
(indien van toepassing)
Controleer bij het verwisselen van de
wielen tevens de remblokken op slij-
tage.
i
Informatie
Verwissel radiaalbanden met een
asymmetrisch profiel alleen van voren
naar achteren en niet van links naar
S2BLA790
rechts.
WAARSCHUWING
•
Gebruik het reservewiel niet
voor het roteren van de wielen
•
Gebruik nooit diagonaal- en
radiaalbanden door elkaar.
Anders kan de auto moeilijker
S2BLA790A
onder controle te houden zijn,
wat kan leiden tot ernstig let-
sel of schade aan de auto.
CBGQ0707A