Veiligheidssystemen van uw auto
(Vervolg)
•
Er mogen geen wijzigingen aan
de gordel worden aangebracht
of hulpmiddelen worden geb-
ruikt die voorkomen dat het
gordelmechanisme de gordel
strak tegen het lichaam aan kan
trekken of die het verstellen van
de gordel onmogelijk maken.
WAARSCHUWING
Als beschadigde veiligheids-
gordels niet goed werken. Ver-
vang altijd de gordel:
•
Als het weefsel gaat rafelen,
of beschadigd is.
•
Indien de gordel beschadigd
is.
•
De gehele montage van de
veiligheidsgordel moet na een
ongeval vervangen worden,
zelfs als deze niet beschadigd
lijkt.
2-20
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Waarschuwingssysteem voor
de veiligheidsgordels
Voorstoelen
(1) Waarschuwingslampje
heids gordel bestuurdersstoel
(2) Waarschuwingslampje
heids gordel voorpassagier
Als herinnering voor bestuurder licht
telkens als het contact in de stand
ON wordt gezet het waarschuwings-
lampje van de veiligheidsgordels
gedurende 6 seconden op, ongeacht
of de gordels zijn vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet vastgemaakt is
als het contact in de stand ON wordt
gezet, zal het waarschuwingslampje
gaan branden. Dit gebeurt ook als de
veiligheidsgordel weer losgemaakt
wordt als het contact in de stand ON
staat.
Als u de veiligheidsgordel nog
steeds niet draagt en de rijsnelheid
hoger wordt dan 9 km/h, zal het
brandende
waarschuwingslampje
gaan knipperen totdat de rijsnelheid
weer lager wordt dan 6 km/h.
Als u door blijft rijden zonder dat u de
veiligheidsgordel draagt en sneller
gaat rijden dan 20 km/h, zal de waar-
OGB036040
schuwingszoemer gedurende onge-
veer 100 seconden klinken en zal
veilig-
het desbetreffende waarschuwings-
lampje gaan knipperen.
veilig-