Download Print deze pagina

Hyundai I20 2019 Gebruikershandleiding pagina 397

Advertenties

Beperkingen van het systeem
De LDW mag u niet waarschuwen,
zelfs als de auto de rijstrook verlaat,
of u waarschuwen zelfs als de auto
de rijstrook niet verlaat wanneer her-
kenning van de rijstrookmarkering is
slecht of beperkt:
Als de rijstrook- en wegcondities
slecht zijn
- Het is moeilijk om de rijstrookmar-
kering van de weg te onderschei-
den wanneer de rijstrookmarkering
is bedekt met stof, zand of andere
factoren.
- De kleur van de rijstrookmarkering
is lastig te onderscheiden ten
opzichte van het wegdek.
- Er is iets dat op een rijstrookmar-
kering lijkt.
- De rijstrookmarkering beschadigd
of onduidelijk is.
- Het aantal rijstroken neemt toe of af
of de rijstrookmarkeringen lopen do-
or elkaar heen. De rijstrookmarke-
ring gaat op in een andere of splitst
zich (bijvoorbeeld bij een tolpoort).
- Er meer dan twee rijstrookmarke-
ringen zijn.
- De rijstrookmarkering is zeer breed
of smal.
- De rijstrookmarkering niet zicht-
baar is ten gevolge van sneeuw,
regen, een vlek, een plas of ande-
re factoren.
- Er valt dankzij een middenberm,
guardrail, geluidsschermen en
anderen een schaduw over de rij-
strookmarkering.
- Wanneer de rijstrookmarkeringen
gecompliceerd zijn of een structuur
in de plaats komt van de rijstroken
zoals een constructiezone.
- Er zijn zebrapadmarkeringen of
andere symbolen op het wegdek
aangebracht.
- De rijstrook houdt plotseling op,
zoals op een kruising.
- De rijstrookmarkering in een tunnel
is bedekt met vuil of olie en enz.
Als externe condities wijzigen:
- De helderheid van het omgevings-
licht verandert plotseling, bijvoor-
beeld wanneer u een tunnel in of
uit rijdt of onder een brug door rijdt.
- De koplampen 's nachts niet zijn
ingeschakeld of in een tunnel, of bij
slechte verlichting.
- Er is een grensstructuur in de rij-
baan.
- Wanneer licht van een straatlan-
taarn of tegemoetkomende auto op
een nat wegdek of een plas op de
weg wordt gereflecteerd.
- Wanneer het licht helder in de
omgekeerde richting schijnt dan
waarin u rijdt.
- De afstand tot de voorligger erg
kort is of de voorligger over de
markering van de rijstrook rijdt.
- U op een steile helling rijdt of een
scherpe bocht.
- De auto zwaar trilt.
- De temperatuur in de buurt van de
binnenspiegel is zeer hoog door
direct zonlicht en enz.
Wanneer het zicht naar voren
slecht is:
- De lens of de voorruit bedekt is
met vreemde stoffen.
- De sensor kan de rijstrook niet
waarnemen als gevolg van mist,
zware regenval of sneeuw.
- De voorruit aangedampt is door de
vochtige lucht in de auto.
- Lets op het crashpad en enz zet-
ten.
5
5-83

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gb i20 2017I20 gb 2015