Rijden met uw auto
AANWIJZING
Wanneer
u
sneeuwkettingen
gebruikt:
• Kettingen die een verkeerde ma-
at hebben of niet goed gemon-
teerd zijn, kunnen de remleidin-
gen, wielophanging, carrosse-
rie, en velgen van uw auto
beschadigen.
• Gebruik uitsluitend sneeuwket-
tingen van SAE-klasse S.
• Als u lawaai hoort veroorzaakt
door contact van de kettingen
met de behuizing, zet dan de
ketting verder vast zodat con-
tact met de carrosserie van de
auto voorkomen wordt.
• Voorkom schade aan de carros-
serie, en zet de kettingen opni-
euw vast na ongeveer 0.5~1.0
km (0.3~0.6 mijl).
• Monteer geen sneeuwkettingen
op auto's met lichtmetalen vel-
gen.
• Indien onvermijdelijk moet een
draad soort ketting.
• Gebruik sneeuwkettingen die
minder breed zijn dan 15 mm
(0.59 in) om schade aan de ket-
tingaansluiting te voorkomen.
5-102
Voorzorgsmaatregelen voor
de winter
Gebruik hoogwaardige
ethyleenglycol koelvloeistof
Uw auto wordt afgeleverd met een
koelsysteem dat gevuld is met hoog-
waardige ethyleenglycol koelvloei-
stof. Alleen dit type koelvloeistof helpt
corrosie in het koelsysteem te voor-
komen,
smeert
de
waterpomp
afdoende en voorkomt bevriezing
van het koelsysteem. Vervang de
koelvloeistof periodiek en vul het op
de juiste manier bij. Zie hiervoor het
onderhoudsschema in hoofdstuk 7.
Laat voor de winter controleren of de
koelvloeistof voldoende bescherming
tegen bevriezing biedt voor de te ver-
wachten winterse temperaturen.
Controleer de accu en de
accukabels
In de winter krijgt de accu het extra
zwaar. Controleer de accu en de
accukabels en -klemmen visueel
zoals beschreven staat in hoofdstuk
7. Het laadniveau in uw batterij kan
gecontroleerd worden door een offi-
ciële HYUNDAI-dealer.
Laat de motor indien nodig
vullen met een speciale
"winterolie"
In sommige landen wordt geadvi-
seerd in de winter speciale winterolie
te gebruiken met een lagere viscosi-
teit. Zie hoofdstuk 8 voor meer infor-
matie. Als u niet weet wat voor soort
olie u moet gebruiken, neem dan
contact op met een officiële HYUN-
DAI-dealer.
Controleer de bougies en het
ontstekingssysteem
Controleer
de
bougies
beschreven staat in hoofdstuk 7 en
vervang ze indien nodig. Controleer
ook de bedrading en de onderdelen
van het ontstekingssysteem op
scheuren, slijtage en andere vormen
van beschadiging.
zoals